CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
"Uw woord berust op betrouwbaarheid en eeuwig is wat Gij rechtvaardig bepaalt" (
Ps. 119, 160); "Welnu dan, Heer Jahwe, Gij zijt God en uw woorden zijn betrouwbaar" (
2 Sam. 7, 28); daarom worden Gods beloften altijd verwezenlijkt.
Vgl. Deut. 7, 9
God is de waarheid zelf, zijn woorden kunnen niet bedriegen. Daarom kan men zich in alles volledig verlaten op de waarheid en de trouw van zijn woord. Het begin van de zonde en van de val van de mens was een leugen van de verleider die de mens ertoe aanzette te twijfelen aan het woord van God, aan zijn liefde en trouw.