15 augustus 1997
Het recht op godsdienstvrijheid kan uit zichzelf niet onbeperkt zijn Vgl. Paus Pius VI, Breve, Aan kardinaal de la Rochefoucauld - Over godsdienstvrijheid en taken van de leken, Quod aliquantum (10 mrt 1791) en evenmin slechts beperkt worden door een "openbare orde" die op een positivistische of naturalistische wijze wordt opgevat. Vgl. Z. Paus Pius IX, Encycliek, Over de zuiverheid van de Katholieke leer, Quanta Cura (8 dec 1864) De "juiste grenzen" die aan dit recht inherent zijn, moeten voor elke sociale situatie bepaald worden door de politieke omzichtigheid, volgens de eisen van het algemeen welzijn, en bekrachtigd worden door de burgerlijke overheid volgens "juridische normen die in overeenstemming zijn met de objectieve morele orde". 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 7