15 augustus 1997
Aangezien het Doopsel de bevrijding betekent van de zonde en van de duivel die ertoe aanzet, spreekt men over de dopeling een (of verschillende) exorcisme(n) uit. Hij wordt gezalfd met de olie van de geloofsleerlingen of de celebrant legt hem de handen op, en hij verzaakt uitdrukkelijk aan de Satan. Na deze voorbereiding kan hij het geloof van de Kerk belijden waaraan hij zal worden "toevertrouwd" door het Doopsel. Vgl. Rom. 6, 17
Laat de geloofsbelijdenis voor u als een spiegel zijn. Bekijk uzelf, of u alles gelooft, wat u belijdt te geloven, en verheug u iedere dag om uw geloof. H. Augustinus, Preken, Sermones. 58,11,13, vert. uit Lat.