CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Om waarachtig te zijn moet het uiterlijke offer de uitdrukking zijn van een geestelijke offerande: "Wat ik offer, God, is mijn boetvaardigheid, een vermorzeld en vernederd hart wijst Gij niet af" (
Ps. 51, 19). De profeten van het oude verbond hebben vaak de offers afgekeurd, die opgedragen werden zonder innerlijke betrokkenheid
Vgl. Am. 5, 21-25
of zonder verband met de liefde tot de naaste.
Vgl. Jes. 1, 10-20
Jezus brengt de woorden van Hosea in herinnering: "Ik wil liever barmhartigheid dan offers" (
Mt. 9, 13)(
Mt. 12, 7).
Vgl. Hos. 6, 6
Het enige volmaakte offer is dat van Christus, die zich op het kruis als een volmaakte offerande uit liefde voor de Vader, voor ons heil heeft opgedragen.
Vgl. Heb. 9, 13-14
Door ons bij zijn offer aan te sluiten kunnen wij van ons leven een offerande aan God maken.