15 augustus 1997
De ene en ware God openbaart eerst zijn heerlijkheid aan Israël. Vgl. Ex. 19, 16-25 Vgl. Ex. 24, 15-18 De openbaring van de roeping en de waarheid van de mens is nauw verbonden met Gods openbaring. De mens is geroepen om God zichtbaar te maken door zijn handelen in overeenstemming met zijn geschapen zijn "naar het beeld en de gelijkenis met God":
Er zal nooit een andere God zijn, Tryphon, en er is nooit een andere geweest sinds alle eeuwigheid (...) dan degene die het heelal heeft geschapen en geordend. Wij zijn niet van mening dat onze God een andere is dan de uwe. Hij is het die onze vaderen uit Egypte geleid heeft "met krachtige hand en gestrekte arm" . Wij stellen onze hoop op geen andere, want die is er niet, maar op dezelfde God als gij, de God van Abraham, Isaak en Jakob. H. Justinus, Dialoog met de Jood Tryphon, Dialogus cum Tryphone Judaeo. 11,1