15 augustus 1997
De Wet van God, toevertrouwd aan de Kerk, wordt aan de gelovigen onderwezen als weg van leven en waarheid. De gelovigen hebben dus het recht Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 213 onderricht te worden in de heilzame goddelijke voorschriften die het oordeel zuiveren en, met de genade, de verwonde menselijke rede genezen. Ze hebben de plicht de verordeningen en uitspraken van het wettige gezag van de Kerk na te leven. Zelfs als die van disciplinaire aard zijn, vragen deze bepalingen liefdevolle volgzaamheid.