
15 augustus 1997
Deze roeping tot het eeuwig leven is bovennatuurlijk. Ze hangt helemaal af van het vrij geschonken initiatief van God, want alleen Hij kan zich openbaren en zichzelf schenken. De roeping tot het eeuwig leven gaat de vermogens van het verstand en de krachten van de wil van een mens te boven evenals die van elk schepsel. Vgl. 1 Kor. 2,7-9
De zaligsprekingen leggen het doel van het menselijk bestaan bloot, het uiteindelijk doel van de menselijke daden: God roept ons tot zijn eigen zaligheid. Die roeping richt zich tot elk persoonlijk, maar ook tot de gehele Kerk, het nieuwe volk van hen die de belofte hebben aanvaard en erin leven in geloof.