
15 augustus 1997
De rechtvaardiging brengt samenwerking tot stand tussen de genade van God en de vrijheid van de mens. Van de kant van de mens komt de rechtvaardiging tot uitdrukking in de instemming van het geloof met het Woord van God dat hem uitnodigt tot bekering, en in de samenwerking van de liefde onder aansporing van de heilige Geest die de mens voorkomt en beschermt:
Wanneer God het hart van de mens raakt door de verlichting van de Heilige Geest, blijft de mens niet werkeloos, als hij deze ingeving ontvangt: hij kan die zelfs afwijzen; hij kan echter evenmin door zijn vrije wil zonder de genade van God, naar de gerechtigheid voor Gods aanschijn toekeren. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 5. DH 1525