
15 augustus 1997
Terwijl het gezag als zodanig een verwijzing inhoudt naar een door God vastgestelde orde, "moet toch de nadere bepaling van de bestuursvorm en het aanwijzen van de bestuurders aan de vrije wil van de burgers overgelaten worden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 74. § 3
Verscheidenheid van politieke bestuursvormen is moreel toelaatbaar, voorzover zij het algemeen welzijn van de gemeenschap dienen. Bestuursvormen die indruisen tegen de natuurwet, de openbare orde en de fundamentele mensenrechten, kunnen niet het algemeen welzijn dienen van die volkeren waaraan ze zich opgedrongen hebben.