
15 augustus 1997
Een gemeenschap is een groep personen die op organische wijze met elkaar ver bonden zijn door een eenheidsprincipe dat elk van hen overstijgt. Een dergelijke gemeenschap, die zowel zichtbaar als geestelijk is, duurt voort in de tijd: ze neemt het verleden op en bereidt de toekomst voor. Door haar wordt elke mens "erfgenaam", ontvangt hij "talenten" die zijn identiteit verrijken en waarvan hij de vruchten moet laten gedijen. Vgl. Lc. 19, 13.15 Terecht is iedereen verplicht zich in te zetten voor de gemeenschap waarvan hij deel uitmaakt, en tevens moet hij de gezagdragers respecteren die verantwoordelijk zijn voor het gemeenschappelijk welzijn.