De zonde schept een drang naar de zonde; ze veroorzaakt de ondeugd door het herhalen van dezelfde daden. Hieruit vloeien verkeerde neigingen voort die het geweten verduisteren en de concrete beoordeling van goed en kwaad aantasten. Zo streeft de zonde ernaar zichzelf te herhalen en te versterken, maar ze kan niet de morele zin tot in de wortel uitroeien.