
15 augustus 1997
Zolang de mens in dit vlees leeft, kan hij onmogelijk zonder zonde zijn, tenminste niet zonder lichte zonden. Maar deze zonden die wij licht noemen, houde men niet voor onschuldig: wanneer gij ze voor onschuldig houdt als gij ze weegt, beef wanneer ge ze telt. Vele lichte voorwerpen maken een grote massa; vele druppels vullen een stroom, vele korrels vormen een stapel. Wat is dan onze hoop? Allereerst, de biecht... H Augustinus, Ep Jo. 1,6, vert. (aanhef) Getijdenboek Lect. I,3,127