
15 augustus 1997
De deugd van hoop beantwoordt aan het verlangen naar geluk dat God in elk mensenhart gelegd heeft; ze neemt in zich op alle hoop die het menselijk handelen bezielt; ze zuivert die om ze te richten op het rijk der hemelen; ze behoedt voor ontmoediging; ze is een steun bij verlatenheid; ze brengt vreugde in het hart in de verwachting van de gelukzalige eeuwigheid. Het vuur van de hoop beschermt tegen egoïsme en leidt naar het geluk van de liefde.