15 augustus 1997
Bedreigingen voor de vrijheid. Vrijheid uitoefenen betekent niet het recht om alles te zeggen en alles te doen. Het is onjuist te verklaren dat "de mens, onderwerp van vrijheid, zichzelf voldoende is, met als doel de bevrediging van zijn eigenbelang in het genieten van de dingen van deze aarde". Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 13 Bovendien worden de voorwaarden van economische, sociale, politieke en culturele aard, die nodig zijn voor een juiste uitoefening van de vrijheid, dikwijls miskend en verkracht. Die toestanden van verblinding en onrecht belasten het morele leven en brengen zowel de sterken als de zwakken in de verleiding om te zondigen tegen de liefde. Door zich af te keren van de morele wet tast de mens zijn eigen vrijheid aan, hij ketent zich aan zichzelf vast, verbreekt de solidariteit met zijn naaste en komt in opstand tegen de goddelijke waarheid.