15 augustus 1997
De zaligsprekingen tonen het gelaat van Jezus Christus en ze beschrijven de liefde ervan; ze drukken de roeping uit van de gelovigen die verbonden zijn met de heerlijkheid van zijn lijden en van Zijn verrijzenis; ze verduidelijken de daden en houdingen die kenmerkend zijn voor het christelijk leven; ze zijn de paradoxale beloften die de hoop ondersteunen in de beproevingen; ze kondigen de zegeningen en de beloningen aan die reeds onzichtbaar verworven zijn voor de leerlingen; ze zijn begonnen in het leven van de maagd Maria en van alle heiligen.