
15 augustus 1997
Door zijn rede kent de mens de stem van God die hem aanzet "het goede te doen en het kwade te mijden". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 16 Iedereen is ertoe gehouden deze wet te volgen die weerklinkt in het geweten en die haar vervulling vindt in de liefde tot God en tot de naaste. Het beoefenen van het morele leven bevestigt de waardigheid van de persoon.