
15 augustus 1997
"Ik geloof:" Geloofsbelijdenis, Geloofsbelijdenis volgens de Romeinse doopritus, Twaalf artikelen van het geloof (31 juli 381) dat is het geloof van de Kerk dat persoonlijk door iedere gelovige, vooral bij het Doopsel, beleden wordt. "Wij geloven:" 1e Concilie van Constantinopel, Credo van Nicea - Constantinopel (31 juli 381). volgens Grieks origineel dat is het geloof van de Kerk dat beleden wordt door de bisschoppen, in concilie bijeen, of meer in het algemeen door de liturgische gemeenschap van de gelovigen, "Ik geloof:" dat is ook onze moeder de Kerk, die God door haar geloof antwoord geeft en die ons leert zeggen: "Ik geloof", "Wij geloven".
Zo kan even echte eerbiedige geest jegens de Kerk ontstaan bij de Christenen. Het is de normale uitbloei van de genade van het Doopsel die ons heeft verwekt in de schoot van de Kerk en ons tot ledematen van het lichaam van Christus gemaakt heeft. ln haar moederlijke zorgzaamheid schenkt de Kerk ons de barmhartigheid van God die al onze zonden overwint en die vooral werkzaam is in het Boetesacrament. Als een voorkomende moeder schenkt zij ons tevens in haar liturgie, iedere dag opnieuw, overvloedig het voedsel van het Woord en de Eucharistie van de Heer.