15 augustus 1997
"Krachtens hun aard zelf zijn de instelling van het huwelijk en de huwelijksliefde geordend op voortplanting en opvoeding, en zij vinden daarin als het ware hun bekroning": 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48. § 1, vert uit Lat.
De kinderen zijn het mooiste geschenk van het huwelijk en zij dragen in hoge mate bij tot het welzijn van de ouders zelf. Gods die gezegd heeft: "Het is niet goed voor de mens dat hij alleen blijft" (Gen. 2, 18) en die "in het begin de mens als man en vrouw geschapen heeft" (Mt. 19, 4), wilde de mens op een bijzondere wijze laten deelnemen aan zijn eigen scheppingswerk en heeft daarom man en vrouw gezegend met de woorden: "Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u" (Gen. 1, 28). Daarom is de echte cultuur van de huwelijksliefde evenals het hele patroon van het gezinsleven dat daaruit groeit, zonder af te doen aan de overige doeleinden van het huwelijk, erop gericht dat echtgenoten van harte bereid zijn mee te werken met de liefde van de Schepper en Verlosser, die door hen voortdurend zijn gezin uitbreidt en verrijkt. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 50. § 1, vert. uit Lat.