• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De noodzaak van het geloof
Geloven in Jezus Christus en in Hem die Hem tot ons heil gezonden heeft, is noodzakelijk om dit heil te verwerven. Vgl. Mc. 16, 16. e.a. Vgl. Joh. 3, 36. e.a. Vgl. Joh. 6, 40. e.a. "Omdat 'het zonder het geloof onmogelijk is aan God te behagen' (Heb. 11, 6) en deel te krijgen aan de gemeenschap van zijn kinderen, wordt niemand zonder dit geloof ooit gerechtvaardigd en zal niemand het eeuwig leven verwerven, tenzij 'hij ten einde toe volhardt' (Mt. 10, 22)(Mt. 24, 13)". Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 14 Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 12

Alinea's in de marge van alinea 161

De naam Jezus betekent dat de naam van God zelf tegenwoordig is in de persoon van zijn Zoon, Vgl. Hand. 5, 41 Vgl. 3 Joh. 7 die mens geworden is voor de algehele en definitieve verlossing uit de zonde. Het is de goddelijke naam die alleen het heil brengt Vgl. Joh. 3, 5 Vgl. Hand. 2, 21 en die voortaan door allen aangeroepen kan worden, want Hij heeft zich met alle mensen verenigd door de menswording, Vgl. Rom. 10, 6-13 en wel zo dat "er geen andere Naam onder de hemel is waarin wij gered moeten worden" (Hand. 4, 12). Vgl. Hand. 9, 14 Vgl. Jak. 2, 7
De Heer zelf bevestigt dat het Doopsel noodzakelijk is voor het heil. Vgl. Joh. 3, 5 Hij heeft dan ook aan zijn leerlingen bevolen het Evangelie te verkondigen en alle volkeren te dopen. Vgl. Mt. 28, 20 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 14 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 5 Het Doopsel is heilsnoodzakelijk voor hen aan wie het evangelie verkondigd werd en die de mogelijkheid hebben gehad dit sacrament te vragen. Vgl. Mc. 16, 16 De Kerk kent geen ander middel dan het Doopsel om de toegang tot de eeuwige gelukzaligheid te verzekeren. Daarom hoedt zij zich ervoor de zending te verwaarlozen die zij van de Heer ontvangen heeft om al wie het Doopsel kan ontvangen te doen "herboren worden uit water en geest". God heeft het heil verbonden met het sacrament van het Doopsel; Hijzelf is echter niet aan zijn sacramenten gebonden.
"Buiten de Kerk geen heil"

Hoe dient men deze zo vaak door de Kerkvaders herhaalde uitspraak te interpreteren? In positieve zin geformuleerd betekent dit dat alle heil komt van Christus, het hoofd, via de Kerk, die Zijn lichaam is.

Het Concilie leert, daarbij steunend op de heilige Schrift en de Overlevering, dat deze pelgrimerende Kerk noodzakelijk is voor het heil. Alleen Christus is immers de Middelaar en de weg van het heil en in zijn lichaam, de Kerk, komt Hij onder ons tegenwoordig. Door ons uitdrukkelijk de noodzakelijkheid van geloof en Doopsel in te scherpen heeft Hij tevens de noodzakelijkheid bevestigd van de Kerk zelf, waarin de mensen door de deur van het doopsel binnengaan. Daarom kunnen die mensen niet gered worden die heel goed weten dat God door middel van Jezus Christus de katholieke Kerk als noodzakelijk gesticht heeft, toch weigeren haar lid te worden of te blijven van deze Kerk. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 14. vert. uit. Lat.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test