
15 augustus 1997
God die de mens uit liefde in het bestaan heeft geroepen, heeft hem ook geroepen tot de liefde - een fundamentele roeping die iedere mens is aangeboren. De mens is immers geschapen naar Gods beeld en gelijkenis Vgl. Gen. 1, 27 en God is zelf liefde. Vgl. 1 Joh. 4, 8.16 Omdat God de mens als man en vrouw geschapen heeft, wordt hun wederzijdse liefde een afbeelding van de absolute en onvergankelijke liefde van God voor ieder mens. De mens is goed, heel goed, in de ogen van de Schepper. Vgl. Gen. 1, 31 En deze liefde waar Gods zegen op rust, is bestemd om vruchtbaar te zijn en zich te verwezenlijken in de gemeenschappelijke opdracht om de schepping in stand te houden: "God zegende hen en God sprak tot hen: 'Weest vruchtbaar en wordt talrijk; bevolkt de aarde en onderwerpt haar"' (Gen. 1, 28).