15 augustus 1997
Door de verhevenheid van de priesterlijke genade en taak voelden de heilige leermeesters zich dringend tot bekering opgeroepen, opdat heel hun leven zou beantwoorden aan Hem, wiens dienaars zij werden door het Sacrament. Toen hij nog een jong priester was, riep bijvoorbeeld de heilige Gregorius van Nazianze uit:
Men moet eerst gereinigd zijn, voordat men anderen reinigt; men moet onderricht zijn, om anderen te kunnen onderrichten; men moet licht worden, om te verlichten; tot God naderen, om anderen tot Hem te doen naderen; geheiligd zijn, om te heiligen, om hen bij de hand te nemen en te leiden en een verstandige raadsman voor hen te zijn. H. Gregorius van Nazianze, Orationes theologicae. 2,71, vert. uit Gr. Ik weet van wie wij dienaar zijn, op welk niveau wij ons bevinden en wie Hij is tot wie wij de mensen geleiden. Ik ken de verhevenheid van God en de zwakheid van de mens, maar ook zijn kracht. H. Gregorius van Nazianze, Orationes theologicae. 2,71, 74, vert. uit Gr. Wie is dus de priester? Hij is de verdediger van de waarheid, hij neemt plaats tussen de engelen, hij spreekt de lofzang uit samen met de aartsengelen, hij doet de offers opstijgen naar het altaar in den hoge, hij deelt in het priesterschap van Christus, hij geeft het schepsel een nieuwe vorm, hij herstelt (in het schepsel) het beeld (van God), hij herschept het voor de wereld van boven, en, om het allergrootste te noemen, hij is vergoddelijkt en vergoddelijkt op zijn beurt. H. Gregorius van Nazianze, Orationes theologicae. 2,71, 73, vert. uit Gr.En de heilige pastoor van Ars: "De priester zet het verlossingswerk op aarde voort..." "Als men enig begrip had van wat de priester op aarde betekent, dan zou men sterven, niet van vrees, maar van liefde......" "Het priesterschap, dat is de liefde van het hart van Jezus". Bernard Nodet, Jean-Marie Vianney, curé d'Ars, sa pensée, son coeur (1 jan 1956). 100