15 augustus 1997
Omdat het uiteindelijk Christus zelf is die door de gewijde bedienaar handelt en heil schenkt, belet de onwaardigheid van de bedienaar Christus niet te handelen. Vgl. Concilie van Trente, 7de Zitting - Decreet over de Sacramenten, Sessio VII - Decretum de Sacramentis (3 mrt 1547), 12. DS 1612 Vgl. Concilie van Konstanz, 8e Zitting, Sessie VIII - Errores Johannis Wyclif (4 mei 1415), 4. DS 1154 De heilige Augustinus zegt het met kracht:
De trotse bedienaar staat aan de kant van de duivel. Toch wordt de gave van Christus niet door hem vertroebeld: deze stroomt helder door hem heen, deze gaat zuiver door hem heen en komt terecht op de vruchtbare aarde. (... ) De geestelijke kracht van het Sacrament is immers als een licht: door hen die verlicht moeten worden, wordt het zuiver ontvangen, en het wordt niet verontreinigd, ook al gaat het door onreinen heen. H. Augustinus, In Iohannis Evangelium Tractatus. 5,15, vert. uit Lat.