15 augustus 1997
De meditatie is vooral een zoektocht. De geest probeert het hoe en waarom van het christelijke leven te begrijpen, teneinde in te stemmen met en te beantwoorden aan wat de Heer vraagt, Het is moeilijk de nodige concentratie op te brengen. Gewoonlijk roept men de hulp in van een boek, en de christenen hebben daar geen gebrek aan: de heilige Schrift, het Evangelie in het bijzonder, de heilige ikonen, de liturgische teksten van de dag of van de tijd van het jaar, de geschriften van de geestelijke vaders, de werken uit de spiritualiteit, het grote boek van de schepping en dat van de geschiedenis, de bladzijde van het "heden" van God.
De beoefening van alle deugden wordt gevoed en geïnspireerd door de liefde. Deze is de "band der volmaaktheid" (Kol. 3, 14); ze is de vorm van de deugden; ze articuleert en ordent ze onderling; ze is bron en einddoel van hun christelijke praktijk. De liefde bevestigt en zuivert ons menselijk vermogen om te beminnen. Ze verheft het tot de bovennatuurlijke volmaaktheid van de goddelijke liefde.
De zesde zaligspreking verklaart: "Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien" (Mt. 5, 8). Met de "zuiveren van hart" worden diegenen bedoeld, die hun verstand en hun wil hebben afgestemd op de eisen van Gods heiligheid, vooral op drie terreinen: de naastenliefde'. Vgl. 1 Tim. 4, 3.9 Vgl. 2 Tim. 2, 22 de kuisheid of de seksuele eerbaarheid; Vgl. Ef. 4, 19 de waarheidsliefde en de rechtgelovigheid. Vgl. 2 Tim. 2, 23.26 Er is een verband tussen de zuiverheid van het hart, van het lichaam en van het geloof:
De gelovigen moeten de artikelen van het geloof aanvaarden "opdat ze, door te geloven, aan God zouden gehoorzamen; en opdat ze, door te gehoorzamen, goed zouden leven; en opdat ze, door goed te leven, hun hart zouden zuiveren en door hun hart te zuiveren zouden begrijpen wat ze geloven". H. Augustinus, De fide et symbolo (1 okt 393). 10,25: PL 40, 196