15 augustus 1997
De aflaat wordt verkregen door toedoen van de Kerk krachtens haar macht om te binden en te ontbinden, een macht die haar door Christus Jezus verleend werd. Zij spreekt voor een bepaalde Christen ten beste en opent voor hem de schat van de verdiensten van Christus en van de heiligen om van de barmhartige Vader kwijtschelding van de tijdelijke zondestraffen te verkrijgen. Daarbij wil de Kerk deze Christen niet alleen te hulp komen, maar hem ook aansporen tot werken van godsvrucht, boete en liefde. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, Over de herziening van de aflatenpraktijk, Indulgentiarum Doctrina (1 jan 1967), 8 Vgl. Concilie van Trente, 25e Zitting - Decreet over aflaten, Sessio XXV - Decretum de indulgentiis (4 dec 1563), 1