15 augustus 1997
Door zich in dit Sacrament toe te vertrouwen aan het barmhartig oordeel van God, loopt de zondaar in zekere zin vooruit op het oordeel waaraan hij op het einde van dit aardse leven onderworpen zal worden. Nu, in dit leven, wordt ons immers de keuze geboden tussen het leven en de dood, en slechts langs de weg van de bekering kunnen wij het Koninkrijk binnengaan, waar zware zonden ons van buitensluiten. Vgl. 1 Kor. 5, 11 Vgl. Gal. 5, 19-21 Vgl. Openb. 22, 15 Wanneer de zondaar zich door boete en geloof tot Christus bekeert, gaat hij over van de dood naar het leven "en is hij aan geen oordeel onderworpen." (Joh. 5, 25)