15 augustus 1997
Volgens het gebod van de Kerk is "iedere gelovige, wanneer hij tot de jaren van het verstand gekomen is, verplicht minstens eenmaal per jaar zijn zware zonden oprecht te belijden". Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 989 Vgl. Concilie van Trente, 14e Zitting - De leer over het Sacrament van de Biecht, Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae (25 nov 1551), 17.35 Hij die zich ervan bewust is een doodzonde bedreven te hebben, kan de Heilige Communie niet ontvangen zonder eerst de sacramentele absolutie verkregen te hebben, Vgl. Concilie van Trente, 13e Zitting - Decreet over het Sacrament van de Eucharistie, Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia (11 okt 1551), 13.27 zelfs wanneer hij diep berouw heeft, tenzij hij een ernstige reden heeft om te communiceren en het hem niet mogelijk is zich tot een biechtvader te richten. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 916 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 711 Kinderen moeten tot het Boetesacrament naderen, voordat zij de eerste Heilige Communie ontvangen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 914