15 augustus 1997
Christus' oproep tot bekering blijft evenwel weerklinken in het leven van de Christenen. Deze tweede bekering is een ononderbroken opgave voor heel de Kerk die "in haar eigen schoot zondaars omvat" en die zich dus, "tezelfdertijd heilig en altijd tot zuivering geroepen, onophoudelijk toelegt op boetvaardigheid en levensvernieuwing". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8. vert. uit Lat. Dit streven naar bekering is niet zonder meer mensenwerk, maar een ontroering van "het vermorzelde hart" (Ps. 51, 19) dat aangetrokken en bewogen wordt door de genade Vgl. Joh. 6, 44 Vgl. Joh. 12, 32 om te beantwoorden aan de barmhartige liefde van God, die ons het eerst heeft liefgehad. Vgl. 1 Joh. 4, 10