15 augustus 1997
Iedere gedoopte die nog niet gevormd is, kan en moet het, sacrament van het Vormsel ontvangen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 889. § 1 Uit het feit dat het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie een eenheid vormen, volgt dat "de gelovigen gehouden zijn aan de verplichting dit Sacrament tijdig te ontvangen",Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 890 want zonder het Vormsel en de Eucharistie is het sacrament van het Doopsel wel geldig en werkzaam, maar blijft de christelijke initiatie onvoltooid.
Naar eeuwenoude Latijnse gewoonte worden "de jaren van verstand" beschouwd als richtpunt voor het moment van het Vormsel. In stervensgevaar moet men echter de kinderen vormen, zelfs als zij de jaren van verstand nog niet bereikt hebben. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 891.883. 3
Al spreekt men soms over het Vormsel als over het "sacrament van de christelijke rijpheid", toch mag men niet de volwassen leeftijd van het geloof en die van de natuurlijke groei door elkaar halen. Ook mag men niet vergeten dat de doopgenade een genade op basis van een belangeloze en onverdiende uitverkiezing is die geen "bekrachtiging" nodig heeft om werkzaam te zijn. De heilige Thomas zegt het als volgt:
De leeftijd van het lichaam is niet op zichzelf bepalend voor de ziel. Zo kan de mens zelfs als kind de volmaaktheid van de geestelijke leeftijd verkrijgen, waarvan de Wijsheid zegt (Wijsh. 4, 8): "Het aanzien van de ouderdom berust niet op een lang leven en wordt niet afgemeten naar het aantal jaren". Zo hebben vele kinderen, dankzij de kracht van de heilige Geest die zij ontvangen hadden, dapper voor Christus gestreden, tot het geven van hun bloed toe. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III,72,8 ad 2
De voorbereiding op het Vormsel moet erop gericht zijn de Christen tot een inniger vereniging met Christus te brengen, tot een grotere vertrouwelijkheid met de heilige Geest, zijn werking, zijn gaven en uitnodigingen, om beter de apostolische verantwoordelijkheden van het christelijk leven op zich te kunnen nemen. Zodoende zal men zich in de vormselcatechese erop toeleggen de Christen gevoelig te maken voor het feit dat hij toebehoort aan de Kerk van Jezus Christus, zowel aan de universele Kerk als aan de parochiegemeenschap. Deze laatstgenoemde gemeenschap draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van de vormelingen. Vgl. Congregatie voor de Riten, Het Sacrament van het Vormsel, Ordo Confirmationis (22 aug 1971). Praenotanda 3
Om het Vormsel te ontvangen moet men in staat van genade zijn. Het is passend gebruik te maken van het Sacrament van de Boete om gezuiverd te worden met het oog op de gave van de heilige Geest. Een meer intens gebedsleven moet de Christen erop voorbereiden volgzaam en bereidwillig de kracht en de genadegaven van de heilige Geest te ontvangen. Vgl. Hand. 1, 14
Het is passend dat de kandidaten voor het Vormsel de geestelijke steun van een peter of meter zoeken, zoals dit bij het Doopsel het geval is. Het is passend als dit dezelfde persoon is als bij het Doopsel, om de eenheid van beide Sacramenten goed te laten blijken. Vgl. Congregatie voor de Riten, Het Sacrament van het Vormsel, Ordo Confirmationis (22 aug 1971). Praenotanda 15; 16 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 893. § 1 en 2
Een kandidaat voor het Vormsel die de jaren van verstand bereikt heeft, moet zijn geloof belijden, in staat van genade zijn, de intentie hebben het Sacrament te ontvangen en voorbereid zijn om de rol op zich te nemen van leerling en getuige van Christus in de kerkelijke gemeenschap en in wereldlijke aangelegenheden.