15 augustus 1997
Wanneer men Hem de vraag stelt: "Wat is het voornaamste gebod in de wet?" (Mt. 22, 36), antwoordt Jezus: "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand; dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten" (Mt. 22, 37-40). Vgl. Deut. 6, 5
Vgl. Lev. 19, 18
De Catechismus-Compendium
Tien Geboden
() moeten dus verklaard worden in het licht van dit dubbele en unieke gebod van de liefde die de vervulling is van de wet:
"Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en alle andere kan men samenvatten in dit éne woord: bemin uw naaste als uzelf. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet." (Rom. 13, 9-10)
De evangelische wet vervult de geboden van de wet. De bergrede betekent in geen geval de afschaffing of ontkrachting van de oude wet. Zij brengt daarentegen de verborgen kracht ervan aan het licht en laat nieuwe eisen zien: ze openbaart heel de goddelijke en menselijke waarheid van de wet. De nieuwe wet voegt geen nieuwe uiterlijke voorschriften toe, maar ze vernieuwt de mens tot in zijn hart, de wortel van het handelen, waar hij kiest tussen wat zuiver en wat onzuiver is, Vgl. Mt. 15,18-19 waar het geloof, de hoop en de liefde en samen met hen de overige deugden gevormd worden. Het evangelie brengt zo de oude wet tot haar voltooiing door de navolging van de volmaaktheid van de hemelse Vader, Vgl. Mt. 5,48 door het schenken van vergeving aan de vijanden en door het gebed voor de vervolgers, dit alles met de goddelijke mildheid als voorbeeld. Vgl. Mt. 5,44