CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Wel blijven er in de gedoopte nog enkele tijdelijke gevolgen van de zonde, zoals lijden, ziekte, dood, of de broosheden eigen aan het leven, zoals karakterzwakheden enz., evenals een neiging tot de zonde, door de Overlevering in het Latijn
concupiscentia genoemd, of overdrachtelijk
"fomes peccati" (zondehaard): "Omdat deze begeerlijkheid in de mens achtergebleven is met het oog op de strijd, is zij niet bij machte mensen te schaden die er niet mee instemmen en er zich moedig tegen verzetten met behulp van de genade van Christus Jezus. Sterker nog, 'hij die zich in de strijd aan de regels houdt, zal gekroond worden' (
2 Tim. 2, 5)".
Concilie van Trente, 5e Zitting - Decreet over de erfzonde, Sessio V - Decretum super peccato originali (17 juni 1546), 5. (2 Tim. niet volgens KBS), vert. uit Lat.