15 augustus 1997
Aangezien kinderen geboren worden met een gevallen natuur en besmet met de erfzonde, hebben ook zij de nieuwe geboorte in het Doopsel nodig, Vgl. Concilie van Trente, 5e Zitting - Decreet over de erfzonde, Sessio V - Decretum super peccato originali (17 juni 1546), 4 om aan de machten van de duisternis ontrukt te worden en overgebracht te worden naar het domein van de vrijheid van de kinderen Gods, Vgl. Kol. 1, 12-14 waartoe alle mensen geroepen zijn. Het Doopsel van kinderen laat heel duidelijk zien dat de genade van het heil louter om niet gegeven wordt. De Kerk en de ouders zouden het kind dan ook de onschatbare genade om kind van God te worden ontzeggen, indien zij het niet kort na de geboorte zouden laten dopen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 867 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 681 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 686. 1