15 augustus 1997
Tegenwoordig begint dus in alle Latijnse en Oosterse riten de christelijke initiatie van de volwassenen op het ogenblik dat zij het catechumenaat binnentreden, om haar hoogtepunt te bereiken in één enkele viering van de drie sacramenten van het Doopsel, het Vormsel en de Eucharistie. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 14 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 851.865.866 In de Oosterse ritussen begint de christelijke initiatie van de kinderen met het Doopsel, waarop onmiddellijk het Vormsel en de Eucharistie volgen, terwijl in de Romeinse ritus de initiatie wordt gevolgd door verschillende jaren van catechese en pas later haar voltooiing vindt in het Vormsel en de Eucharistie, het hoogtepunt van de christelijke initiatie. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 851.868