"Bij de viering van de jaarlijkse kring van de mysteries van Christus vereert de Kerk met een bijzondere liefde de zalige Moeder van God, Maria, die onverbrekelijk met het heilswerk van haar Zoon is verbonden; in haar bewondert en verheerlijkt zij de meest verheven vrucht van de verlossing en beschouwt zij met vreugde, als in een smetteloos beeld, datgene wat zij zelf geheel verlangt en hoopt te zijn". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 103. vert. uit Lat.