CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
De Kerk viert het mysterie van haar Heer "totdat Hij komt" (
1 Kor. 11, 26) en "God alles in allen is" (
1 Kor. 15, 28). Sinds de apostolische tijd wordt de liturgie op haar doel gericht door de verzuchting van de Geest in de kerk:
"Marana tha!" (
1 Kor. 16, 22). Op deze wijze heeft de liturgie deel aan het verlangen van Jezus: "Vurig heb ik verlangd dit paasmaal met u te eten (... ) totdat het zijn vervulling vindt in het rijk Gods" (
Lc. 22, 15-16). In de Sacramenten van Christus ontvangt de Kerk reeds het onderpand van haar erfdeel, heeft zij al deel aan het eeuwig leven, terwijl "wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de openbaring van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland Jezus Christus" (
Tit. 2, 13). "De Geest en de bruid zeggen: Kom! Kom, Heer Jezus!" (
Openb. 22, 17.20).
De heilige Thomas vat de verschillende dimensies van het sacramentele teken op de volgende wijze samen: "Het Sacrament is het teken dat gedenkt wat voorafgegaan is, te weten het lijden van Christus; het stelt in het licht wat in ons bewerkt wordt door het lijden van Christus, te weten de genade; het voorspelt, ik wil zeggen het kondigt op voorhand de komende heerlijkheid aan". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III,60,3