• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
In de heilige Schrift spreekt God tot de mens in de taal van de mensen. Om de Schrift goed te verklaren moet men dus letten op hetgeen de menselijke auteurs werkelijk hebben willen zeggen en wat God ons door hun woorden heeft willen openbaren. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. § 1
Om de bedoeling van de heilige auteurs te ontdekken moet men rekening houden met de tijdsomstandigheden en de cultuur waarin zij leefden, de "literaire genres" die in die tijd in zwang waren, de toenmaals gangbare wijze van voelen, spreken en vertellen. "De waarheid wordt immers op een verschillende manier voorgesteld en uitgedrukt in teksten die op een uiteenlopende wijze historisch, profetisch en dichterlijk, of van een ander genre zijn". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. § 2, vert. uit Lat.
Maar aangezien de heilige Schrift geïnspireerd is. bestaat er een ander beginsel van juiste interpretatie, dat niet minder belangrijk is dan het voorafgaande, en zonder dit beginsel zou de Schrift een dode letter blijven: "De heilige Schrift moet worden gelezen en verklaard in het licht van dezelfde Geest, door wie ze geschreven is". Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. § 3, vert. uit Lat.

Het Tweede Vaticaans Concilie geeft drie criteria aan voor een verklaring van de Schrift overeenkomstig de Geest die haar geïnspireerd heeft: Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. § 3

  1. Allereerst veel aandacht schenken "aan de inhoud en de eenheid van de hele Schrift". De Schrift, immers, is, hoe verschillend de boeken ook zijn waaruit zij bestaat, één op grond van de eenheid van God heilsplan, waarvan Jezus Christus het middelpunt is en het hart dat sinds zijn Pasen geopend is. Vgl. Lc. 24, 25-27.44-46
Met het hart Vgl. Ps. 22, 15 van Christus wordt de heilige Schrift bedoeld, die het hart van Christus doet kennen. Dit hart was echter vóór het lijden gesloten, omdat de Schrift duister was; maar na het lijden werd de Schrift geopend, omdat zij die haar al kenden, nu aanschouwen en inzien hoe de profetieën uitgelegd moeten worden. H. Thomas van Aquino, In Psalmos Davidis Lectura. 21,11, vert. uit Lat.
  1. Vervolgens de Schrift lezen in "de levende Overlevering van heel de Kerk". Volgens een uitdrukking van de Kerkvaders laat de heilige Schrift zich beter lezen in het hart van de Kerk dan in de stoffelijk uitdrukkingsmiddelen. Daarom bewaart de Kerk in haar Overlevering de levende herinnering aan het woord van God en is het de heilige Geest die haar de geestelijke uitleg van de Schrift schenkt (" ... volgens de geestelijke betekenis welke de Geest aan de Kerk schenkt".) Origenes van Alexandrië, Preken over Leviticus, Homiliae in Leviticum. 5,5, vert. uit Gr.
  1. Letten "op de analogie van het geloof". Vgl. Rom. 12, 6 Onder "analogie van het geloof" verstaan wij de onderlinge samenhang van de geloofswaarheden onderling en binnen het totale heilsplan van de openbaring.
De betekenissen van de Schrift
Volgens een oude overlevering kan men onderscheid maken tussen twee betekenissen van de Schrift: de letterlijke betekenis en de geestelijke betekenis, waarbij de laatste weer onderverdeeld wordt in een allegorische, morele en anagogische betekenis. De diepgaande overeenkomst tussen de vier betekenissen geeft aan de levende lectuur van de Schrift in de kerk al haar rijkdom.
De letterlijke betekenis. Dat is de betekenis die door de woorden van de Schrift tot uitdrukking wordt gebracht en die door de exegese die de regels van de juiste interpretatie volgt, ontdekt wordt. "Alle betekenissen van de heilige Schrift zijn gebaseerd op de letterlijke betekenis". H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. 1,1,10 ad 1, vert. uit Lat.

De geestelijke betekenis. Dankzij de eenheid in het heilsplan van God kan niet alleen de tekst van de Schrift, maar kunnen ook de werkelijkheid en de gebeurtenissen waarover zij spreekt, tekenen zijn.

  1. De allegorische betekenis. Wij kunnen een dieper begrip van de gebeurtenissen krijgen, indien wij hun betekenis in Christus herkennen; zo is de doortocht door de Rode Zee een teken van de overwinning van Christus en daardoor van het Doopsel; Vgl. 1 Kor. 10, 2
  2. De morele betekenis. De in de Schrift vermelde gebeurtenissen moeten ons ertoe brengen juist te handelen. Ze werden beschreven "als een waarschuwing voor ons" (1 Kor. 10, 11). Vgl. Heb. 3, 1 - 4, 11
  3. De anagogische betekenis. Het is ook mogelijk werkelijkheden en gebeurtenissen te bezien in hun eeuwige betekenis, daar zij ons leiden (in het Grieks: anagogè) naar ons vaderland. Zo is de Kerk op aarde teken van het hemels Jeruzalem. Vgl. Openb. 21, 1 - 22,5

Een middeleeuws distichon vat de vier betekenissen als volgt samen:

"Littera gesta docet, quid credas allegoria
Moralis quid agas, quo tendas anagogia" Augustinus van Denemarken, Rotulus pugillaris. I

De letter leert de gebeurtenissen, de allegorie wat men moet geloven,
de morele betekenis wat men moet doen, en de anagogie waarheen men moet streven.

Document

Naam: CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
Soort: Catechismus-Compendium
Datum: 15 augustus 1997
Copyrights: © 1997, Libreria Editrice Vaticana
waarin verwerkt niet officiële aanpassing aan de "editio typica"
Bewerkt: 15 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test