15 augustus 1997
Niemand wordt door God voorbestemd om naar de hel te gaan: Vgl. 2e Synode van Orange, Canones (3 juli 529), 28 Vgl. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 47 daarvoor is het noodzakelijk zich vrijwillig van God af te keren (een doodzonde) en daarin tot het einde toe te volharden. In de liturgie van de Eucharistie en de dagelijkse gebeden van haar gelovigen smeekt de Kerk de barmhartigheid van God af, die wil "dat allen tot inkeer komen en niemand verloren gaat" (2 Pt. 3, 9).
Neem deze gaven van ons aan, Heer God, waarin wij onszelf willen geven en toevertrouwen aan U. Wij, die door U gekozen zijn om voor te gaan in deze dienst, wij zijn met allen die in U geloven, uw volk, uw eigen bezit; beschik over ons en voer ons van dag tot dag naar uw vrede; dat wij niet eeuwig verloren gaan maar bij uw uitverkoren worden geteld. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Romeinse canon 88, in: Altaarmissaal (NL) blz. 689; Missaal voor Zon- en Feestdagen (B), 262