CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Jezus spreekt vaak over de "gehenna" van het "vuur dat nooit dooft",
Vgl. Mt. 5, 22.29
Vgl. Mt. 13, 42.50
Vgl. Mc. 9, 43-48
bestemd voor hen die tot hun levenseinde weigeren te geloven en zich te bekeren, een plaats waar zowel de ziel als het lichaam verloren kunnen gaan.
Vgl. Mt. 10, 28
Jezus kondigt in strenge bewoordingen aan dat Hij "zijn engelen zal uitzenden, die allen die tot zonde verleiden en ongerechtigheid bedrijven (...) bijeen zullen brengen om hen in de vuuroven te werpen" (
Mt. 13, 41-42), en dat Hij de veroordeling zal uitspreken: "Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur" (
Mt. 25, 41).