Goddelijke deugden (geloof, hoop en liefde), kardinale deugden (voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid) en theologale deugden. Het zijn vormen die bij een deugdzaam leven passen. De Veertigdagentijd is een periode waarin aandacht besteed kan worden aan het bevorderen van deze deugden. Het beoefenen van deze deugden kan helpen tegen het begaan van de zeven doodzonden (de hoogmoed, de gierigheid, de nijd, de gramschap, de onkuisheid, de gulzigheid, de traagheid of de lauwheid).
In de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) wordt één en ander over de deugden toegelicht. In het Catechismus-Compendium
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
(28 juni 2005) is beknopter en misschien toegankelijker een uitleg te vinden.
Publicatiedatum: 11 maart 2010
Laatst bewerkt: 15 maart 2010