• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Toelichting bij Resta Ora

(Ecclesia Docens (0775) - Dr. M.H. Mulders C.ss.R.) - Toespraak Paus Pius XII - Toespraak
Resta Ora
Tot het 6e Congres van katholieke Italiaanse juristen over de bevrijding uit de staat van schuld en straf
(5 februari 1955)
van 5 Februari 1955 tot het zesde congres van katholieke Italiaanse juristen over de bevrijding uit de staat van schuld en straf. A.A.S.47 (1955) 72-85

Deze toespraak is eigenlijk slechts het sluitstuk van de Paus Pius XII - Toespraak
Accogliete, illustri Signori
Tot de deelnemers aan de VI Nationale Studiebijeenkomst van Italiaanse Katholieke juristen
(5 december 1954)
wilde houden, maar die hij toen vanwege zijn gezondheidstoestand persoonlijk niet kon voordragen. Hij liet daarom het eerste gedeelte van die rede publiceren in de Osservatore Romano van 6-7 December 1954 2, terwijl het tweede gedeelte verscheen in de Osservatore van 6 Februari 1955. De gehele toespraak, die aansluit bij de pauselijke rede Paus Pius XII - Toespraak
Nous Croyons
Tot het VIde Internationale Congres voor Strafrecht
(3 oktober 1953)
van 3 October 1953 over het internationaal strafrecht-, vormt een prachtige trilogie. In het eerst gepubliceerde gedeelte bespreekt Pius XII twee belangrijke punten. Hij begint met na te gaan, hoe de mens van de toestand van schuldloosheid door de zondige daad overgaat in de staat van schuld en straf. In het tweede punt schildert de paus de toestand zelf van schuld en straf, waarin de mens door zijn bewuste slechte daad geraakt is. In het sluitstuk, waarvan wij thans de vertaling geven, laat de H. Vader ons zien, hoe de mens weer uit die staat van schuld en straf moet losgemaakt worden. Daar de paus hier bedoelt het volledig herstel in de vroegere toestand van onschuldigheid en volstrekte straffeloosheid, dus de bevrijding uit de schuld en uit de straf en omdat anderzijds de bevrijding van de schuld en de bevrijding van de straf niet altijd samenvallen, verdeelt de paus dit sluitstuk in twee hoofdstukken. Het eerste handelt over de vrijwording van de schuld, het tweede over het vrijworden van de straf.

De bevrijding van de schuld moet men onder een viervoudig aspect beschouwen.

Psychologisch gezien voltrekt de bevrijding van schuld zich hoofdzakelijk in de wil van de schuldige zelf en bestaat zij in een verzaken aan de slechte, bewuste wilsakt bij de vroegere slechte daad en in een vernieuwd voornemen om het goede te doen.

De juridische vrijwording van schuld is gericht op de geschonden wet en gebeurt hierdoor, dat de schuldige aan de majesteit van deze wet en haar gezag evenveel aan onderwerping en eerbied schenkt als door het delict daaraan was ontnomen.

De morele vrijwording is gelegen in de innerlijke gesteldheid van de schuldige, waardoor hij zijn vroegere daadwerkelijke schending van de morele orde afkeurt en herroept en terugkeert tot een volledige onderwerping aan die orde.

Ten slotte de godsdienstige bevrijding van schuld. Hieronder moet men verstaan de vrijwording van de innerlijke schuld, die de persoon van de schuldige belast tegenover God, d.w.z. tegenover de hoogste en laatste instantie van ieder recht en van iedere zedelijke orde en verplichting.

In het tweede hoofdstuk, nl. over de bevrijding van de straf bespreekt de H. Vader eerst de verschillende manieren, waarop de straf kan ophouden: door uitboeting of door kwijtschelding. Dit is voor de paus aanleiding om opnieuw het doel van de straf te behandelen, en hierbij houdt hij vast aan het onderscheid van medicinale straffen en vergeldingsstraffen.

Naast de uiterlijke bevrijding van de straf is echter ook nog vereist een innerlijke bevrijding van de straf, d.i. een christelijk aanvaarden en dragen van de straf. Een diep christelijke opvatting dus van heel het probleem van de voltrekking der straf, waardoor de mens zijn verzet tegen de straf, die uit haar aard een kwaad voor hem is, om bovennatuurlijke motieven opgeeft. Dit is vooral van belang bij de onschuldig veroordeelden.

Op het eind van zijn toespraak geeft de paus nog enkele richtlijnen omtrent het liefdevol hulpbetoon aan veroordeelde schuldigen en aan hen, die na hun straf in de maatschappij terugkeren.

Publicatiedatum: 5 februari 1955
Laatst bewerkt: 5 december 2023


 

Uw bijdrage

RK Documenten wordt volledig beheerd door vrijwilligers. Om deze site te bekostigen zijn we afhankelijk van uw hulp.

Algemeen nut beogende instellingen

Help ons en doneer!

Uw donatie zal worden verwerkt door Stg. Mollie Payments.
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test