(kro-ncrv.nl/katholiek) - Een doop die wordt toegediend met de woorden ‘Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ is ongeldig. Wie water over het hoofd kreeg gegoten of in water werd ondergedompeld terwijl deze formule werd gebruikt, heeft niet het sacrament van het doopsel ontvangen en moet dus opnieuw worden gedoopt. Dat is het oordeel van de Congregatie voor de Geloofsleer, zo maakte het Vaticaan vandaag bekend.
De Congregatie Congregatie voor de Geloofsleer
Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.
(24 juni 2020) die naar voren kwam nadat ergens de kerkelijke doopliturgie eigenhandig was veranderd. In de betreffende viering werd de dopeling gedoopt terwijl de bedienaar zei: "In naam van papa en van mama, van de peter en van de meter, van de grootouders, van de familieleden, van de vrienden, in de naam van de gemeenschap dopen wij je in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest". Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." (24 juni 2020), 1
Gelovigen die verontwaardigd waren over het gebruik van deze formule, verzochten het pauselijk leergezag om hierover een uitspraak te doen. Er werden twee gesloten vragen opgesteld:
De Congregatie antwoordde op vraag 1 ‘Nee’ en op vraag 2 ‘Ja’. De antwoorden, ondertekend door kardinaal Luis Ladaria, zijn met de goedkeuring van paus Franciscus gepubliceerd. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." (24 juni 2020), 1
“Kennelijk werd de bewuste wijziging van de sacramentele formule ingevoerd om de nadruk te leggen op de communautaire betekenis van het doopsel, om de deelname van het gezin en van de aanwezigen tot uitdrukking te brengen en om het idee te vermijden van de concentratie van een heilige macht in de priester ten nadele van de ouders en de gemeenschap die de formule in het Rituale Romanum lijkt te impliceren”, aldus de toelichting op het oordeel. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." (24 juni 2020), 2
De Congregatie constateert dat hier echter weer een oude verleiding om de hoek komt kijken: de verleiding “om de door de Traditie overgeleverde formule te vervangen door andere teksten die meer geschikt worden geacht.”
Thomas van Aquino, de grote kerkleraar uit de 13de eeuw, had zich in zijn tijd al over dezelfde kwestie gebogen: utrum plures possint simul baptizare unum et eundem (‘of meerderen tegelijk een en dezelfde persoon kunnen dopen’). De Congregatie zegt dat Sint-Thomas daar ontkennend op had geantwoord. De formule moet luiden: ‘Ik doop u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.’
Het Tweede Vaticaans Concilie zegt: “wanneer iemand doopt, dan is het werkelijk Christus zelf die doopt” 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963). Daarmee wilden de concilevaders aangeven dat het Christus zelf is die handelend optreedt tijdens de viering van de sacramenten, aldus de Congregatie.
“Bij de viering van een sacrament fungeert de Kerk in feite als het Lichaam dat onafscheidelijk handelt vanuit zijn Hoofd, want het is Christus het Hoofd dat handelt in het kerkelijk Lichaam dat door Hem in het Paasmysterie is voortgebracht.”
De sacramenten zijn aan de Kerk toevertrouwd om door haar te worden bewaard. Hoewel de Kerk haar rituelen zelf kan vormgeven, doet ze dat altijd in de wetenschap dat zij haar fundamenten niet zelf heeft gelegd. Die zijn gelegd door het Woord van God en de verlossende handelingen van Christus, aldus de toelichting.
Eigenhandig de sacramentele formules wijzigen is uit den boze, aldus de Congregatie. Volgens haar is er dan niet alleen sprake van een “liturgisch misbruik”, maar ook van het aanbrengen van een wond, “die de kerkelijke gemeenschap en de herkenbaarheid van het handelen van Christus aantast en in de meest ernstige gevallen het sacrament zelf ongeldig maakt”. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." (24 juni 2020), 4
Volgens de leer moet de bedienaar altijd de intentie hebben te doen wat de Kerk verlangt. Die bedienaar wordt niet naar voren geschoven door een groep mensen die zichzelf tot Kerk verklaren. Het doopsel wordt toegediend door iemand die doet wat Christus’ Kerk voorschrijft. En aangezien niet de groep (wij) handelt maar één bedienaar in persona Christi, moet worden gezegd: ‘ik doop’. Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule "Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest." (24 juni 2020), 5
Zie de Nederlandstalige vertaling van ‘Dubia’ en de ‘Doctrinaire notitie’: Congregatie voor de Geloofsleer
Dubia over de geldigheid van de doop onder gebruikmaking van de formule Wij dopen u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.
(24 juni 2020)
Publicatiedatum: 6 augustus 2020
Laatst bewerkt: 8 augustus 2020