(katholieknieuwsblad.nl) - Het sluiten van kerkgebouwen is niet het eerste waar aan moet worden gedacht en mag ook niet louter een technische of economische rekensom zijn. Dat schrijft paus Franciscus in een Paus Franciscus - Boodschap
Woont God hier niet meer? Afstoten van gebedshuizen en geïntegreerd beheer van kerkelijke culturele goederen (29 november 2018), georganiseerd door o.a. de Pauselijke Raad voor de Cultuur..
“De bouw van een kerk of haar nieuwe bestemming zijn geen procedures die alleen technisch of economisch kunnen worden benaderd, maar moet worden beoordeeld volgens de geest van de profetie.” Dat schrijft de paus in zijn boodschap aan de deelnemers aan de conferentie over kerksluitingen die donderdag en vrijdag in het Vaticaan werd gehouden.
De titel van de conferentie was ‘Leeft God hier niet meer?’ en ging over de vraag wat te doen met gesloten kerken. Ook werd gekeken hoe de schoonheid en sacraliteit van gesloten kerken behouden kunnen worden. Vanuit multidisciplinair perspectief bespraken vertegenwoordigers van bisschoppenconferenties en van de Pauselijke Raad voor de Cultuur samen met deskundigen de problematiek die vooral in Westerse landen speelt. Een van de doelen van de conferentie was om tot algemene richtlijnen te komen voor aan de eredienst onttrokken en eventueel verkochte kerkgebouwen.
Kerkgebouwen, aldus de paus, “getuigen in feite van het geloof van de Kerk, die de aanwezigheid van haar Heer in de geschiedenis verwelkomt en verbetert.” “Het gezond verstand van de gelovigen ziet in plaatsen en objecten die bestemd zijn voor de eredienst een permanent teken dat zelfs niet ophoudt wanneer zij hun oorspronkelijke bestemming hebben verloren”, aldus de paus.
Katholieke kerken die niet langer voor de eredienst worden gebruikt kunnen op zo’n manier in stand worden gehouden dat zij “getuigen kunnen zijn van de gemeenschap die hen in het verleden gebouwd heeft. Om deze reden zijn zij op hun manier instrumenten van evangelisatie.”
In zijn boodschap zei paus Franciscus dat de toenemende leegstand van kerken geen reden tot ongerustheid mag zijn, maar verwelkomd moet worden “als een teken van de tijd dat ons uitnodigt tot nadenken en ons vraagt ??om ons aan te passen”.
Volgens de leer van de Kerk heeft zij de plicht haar goederen te beschermen en te behouden, zei hij, in het bijzonder haar cultureel erfgoed, dat geen “absolute waarde” heeft. Maar in geval van nood, moeten culturele goederen “het grotere welzijn van de mens dienen en vooral de armen”. Hoewel de conferentie suggesties zal doen blijft de uiteindelijke beslissing een zaak van de lokale bisschop.
“Van de hand doen mag niet de eerste en enige oplossing zijn om over na te denken”, adviseerde hij. Ook niet wanneer dat gepaard gaat met ergernis van de gelovigen. “Mocht het nodig zijn, dan moet dit tijdig in de gewone pastorale planning worden ingevoegd, en voorafgegaan door adequate informatie.”
Verwijzend naar het eerste boek van Makkabeeën schrijft de paus dat toen “Jeruzalem werd bevrijd en de door de heidenen ontwijde tempel werd hersteld, de bevrijders, die het lot van de stenen van het oude afgebroken altaar moesten bepalen, deze liever opzij zetten totdat een profeet erover zou beslissen.” (KN/CNA)
Zie ook bericht 19-11-2018: Kard. Ravasi over kerken die buiten dienst gesteld zijn
Publicatiedatum: 30 november 2018
Laatst bewerkt: 2 januari 2019