Vanaf dit jaar tot en met 2020 zal de liturgie van de Passietijd en Pasen in de Buitengewone Vorm (volgens het Missaal van 1962, ook wel als tridentijnse Mis aangeduid) ‘ad experimentum’ gevierd worden volgens de rubrieken van vóór de grote vernieuwing van de Goede Week liturgie in de jaren ’50 van de vorige eeuw, dus zoals zij overal werd gevierd voor 1955. Dit volgens een 'indult' dat de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei heeft uitgevaardigd aan een aantal benoemde parochies, die aan de zorg van de Petrusbroederschap zijn toevertrouwd.
De grootste verschillen met de liturgie van 1962, zoals die tot en met het afgelopen jaar gevierd werd waar de Buitengewone Vorm toegestaan is, zullen merkbaar zijn op Palmzondag, Goede Vrijdag en in de vigilie van Pasen (Paaswake). Op Palmzondag zal de grote plechtige wijdingsliturgie van de palmtakken plaatsvinden in plaats van de eenvoudige zegening. Op Goede Vrijdag wordt de Mis van de "voorafgewijde offergaven" gevierd in plaats van de Communieviering. Echter wel dient het Raad voor de Openbare Aangelegenheden - Staatssecretariaat
Nota over de nieuwe aanwijziging door de Heilige Vader Benedictus XVI voor de liturgische viering van Goede Vrijdag
(4 februari 2008), op verzoek van Paus Benedictus XVI in 2008 uitgevaardigd, gebruikt te worden. En in de Paaswake zal de vigilie uitgebreid gevierd worden met twaalf profetieën uit het oude verbond in plaats van met vier. Ook gaat het licht in de kerk al aan bij het einde van de plechtige Paaslofzang ‘Exsultet’.
Na deze drie experimentele jaren zal de priesterbroederschap Sint Petrus haar ervaringen met deze oude Paasliturgie voorleggen aan de pauselijke commissie Ecclesia Dei in Rome, onderdeel van de Congregatie voor de Geloofsleer. Daar zal besloten worden of het experiment al dan niet permanent zal worden opgenomen in de traditionele Latijnse liturgie (de Buitengewone Vorm van de Romeinse ritus).
Publicatiedatum: 22 februari 2018
Laatst bewerkt: 21 maart 2018