Paus Franciscus stelt de Romeinse curie voor als “een klein Kerkmodel, ’t is te zeggen als een ‘lichaam’ dat ernstig en dagelijks probeert levendiger, gezonder, harmonieuzer te zijn en meer één, in zich en met Christus”. En wat de Paus zegt, vindt toepassingen op elke Kerkgemeenschap. De Paus wijst op de “ziektes” waaraan elk Kerkelijk lichaam blootgesteld staat en de manier om de immuniteit te versterken door de eenheid met Christus en met de andere leden in de hand te werken: zijn kijk op het Kerkelijk “lichaam” is christocentrisch, maar ook “pneumatisch” want de Paus roept op tot spirituele volgzaamheid aan de Heilige Geest.
Manifestatie van de liefde
De Paus heeft op Paus Franciscus - Toespraak
De Romeinse curie en het Lichaam van Christus
Tijdens het uitwisselen van de Kerstwensen met leden en medewerkers van de Romeinse Curie (22 december 2014). Na het eerbetoon dat kardinaal Angelo Sodano in naam van het kardinalencollege heeft voorgelezen, gaf Paus Franciscus een toespraak waarin hij vijftien bekoringen – “ziektes” – onderscheidt die door een sterke spiritualiteit dienen overwonnen te worden.
De titel van zijn toespraak – een titel die hij wou, aangezien dat niet gebruikelijk is – luidt: “Paus Franciscus - Toespraak
De Romeinse curie en het Lichaam van Christus
Tijdens het uitwisselen van de Kerstwensen met leden en medewerkers van de Romeinse Curie (22 december 2014)”. Men kan deze titel zowel interpreteren in de zin van dienstbaarheid van de ene voor de andere als van eenheid tussen de ene en de andere. Met andere woorden, wat goed is voor de curie geldt voor elke christen.
De Paus geeft in zijn homelies in Sint-Martha een soort van compendium voor de dagelijkse onderscheiding, waarin hij oproept tot een intens geestelijk leven in het leven van alledag, dat door Christus gevoed wordt. Hij wijst eigenlijk op de manieren om de immuniteit van het lichaam te versterken.
Zo herinnert hij eraan dat Christus het dagelijks voedsel van de christen is en dat een christen “zonder Hem “niets kan”: “Een lid van de curie dat zich met dit voedsel niet voedt zal een bureaucraat worden (een formalist, functionaris, bediende): een tak die verdroogt, stilaan afsterft en weggeworpen wordt. Dagelijks gebed, volgehouden deelname aan de sacramenten in het bijzonder de Eucharistie en de biecht, dagelijks contact met het woord Gods en een spiritualiteit die omgezet wordt in naastenliefde, zijn het vitale voedsel voor ieder van ons. Moge dat voor iedereen duidelijk zijn: zonder Hem kunnen wij niets”.
De diagnose van de Paus vertrekt van de prioriteit van Gods gave die met Kerstmis gevierd wordt en die “de manifestatie van Gods liefde” is “die zich er niet toe beperkt ons iets te geven of ons een nieuwe boodschap of boodschappers te brengen, maar die zichzelf aan ons geeft. Het mysterie van God die onze menselijke conditie en zonden op zich neemt om ons Zijn goddelijk leven te laten kennen, Zijn immense genade en kostenloze vergeving”.
De Paus verwoordt ook en vooreerst zijn dankbetuigingen: “Ik wens u vooreerst te danken voor uw dagelijkse inzet ten dienste van de Heilige Stoel, van de katholieke Kerk, van de lokale Kerken en de opvolger van Petrus”.
Een gewetensonderzoek
Maar het gaat wel degelijk om een gewetensonderzoek: de Paus nodigt zowel uit tot dankzeggen voor het “goede dat in de loop van het jaar werd gedaan en tevens tot het nederig vragen van vergeving voor de tekorten in gedachten, woorden, doen en laten”.
De Paus presenteerde zijn toespraak als een gewetensonderzoek, een ongewone vorm voor de eindejaarstoespraak maar niet ongewoon in de pastoraal van Paus Franciscus: “Het is juist uitgaande van deze vraag om vergeving dat ik wens dat deze ontmoeting en deze overweging die ik met u zal delen, voor ons allen een steun en stimulans worden voor een echt gewetensonderzoek om ons hart op Kerstmis voor te bereiden”.
Hij waarschuwt echter dat alleen de Heilige Geest elke ziekte geneest: “alleen de Heilige Geest – ziel van het mystiek lichaam van Christus, zoals het Credo van Nicea-Constantinopel zegt - ‘Ik geloof in de Heilige Geest die Heer is en het leven geeft’ - geneest elke ziekte”.
Universele toespraak
"Ik geloof dat deze lijst van “ziektes” waarover wij vandaag zullen spreken, ons– op de weg van de woestijnvaders die lijsten maakten – zal helpen om ons voor te bereiden op het sacrament van de verzoening, wat voor ons allen een mooie stap voorwaarts zal zijn in voorbereiding op Kerstmis”, legde de Paus uit.
Men zou dus ongelijk hebben de draagwijdte van deze toespraak te beperken tot de naaste omgeving van de Paus in Rome. Het woord van Petrus over de “vijftien” bekoringen heeft universele draagwijdte: het kan als gewetensonderzoek dienen voor elke gedoopte die begaan is met zijn vooruitgang in de liefde.
De Paus zegt het zelf: “deze ziektes en bekoringen zijn natuurlijk een gevaar voor elke christen en elke curie, gemeenschap, congregatie, parochie, Kerkelijke beweging, enz. … En zij kunnen zowel toeslaan op individueel als op gemeenschappelijk vlak”.
Deze toespraak begint met een citaat over Kerstmis van de grote heilige Athanasius van Alexandrië (298-373), de bisschop die vijf keer in ballingschap ging, en zijn woorden evenmin voorkauwde: hij is met Johannes Chrysostomus, Ambrosius en Augustinus één van de vier Kerkvaders die Bernini sculpteerde om de Stoel van de Heilige Petrus te ondersteunen in de basiliek van het Vaticaan.
Ziehier de lijst van deze vijftien “ziektes”, waarvan Paus Franciscus de diagnose maakt, en tevens hun tegengif:
1. De ziekte zich “onsterfelijk” te wanen, “immuun” te zijn of te denken “onmisbaar te zijn”. Tegengif: “de genade zich zondaar te weten en met heel zijn hart te zeggen: wij zijn onnutte dienstknechten; wij hebben slechts onze plicht gedaan”.
2. De ziekte van het “marthalisme” (afgeleid van de naam H. Martha), overdaad aan activiteiten. Tegengif: serieus rusten en vakantie nemen.
3. De ziekte van mentale en spirituele “petrificatie”. Remedie: “dezelfde gevoelens hebben als Jezus Christus, gevoelens van nederigheid en zelfgave, onthechting en edelmoedigheid”.
4. De ziekte van een overdaad aan planning. Remedie: overgave aan de Heilige Geest en Zijn creativiteit.
5. De ziekte van slechte coördinatie. Remedie: gemeenschaps- en groepsgeest.
6. Spirituele Alzheimer: men vergeet Gods weldaden. Remedie: zich de “eerste liefde” herinneren.
7. De ziekte van rivaliteit en eigenwaan. Remedie: het welzijn van de anderen nastreven.
8. De ziekte van existentiële schizofrenie. Remedie: zich bekeren om afstand te doen van een “dubbel leven”.
9. De ziekte van roddelpraat, kwaadspreken. Remedie: het “terrorisme van roddelpraat” opgeven.
10. De ziekte om leiders te vergoddelijken. Men eert de mens en niet God. Remedie: God eren en niet de mensen.
11. De ziekte van onverschilligheid tegenover de anderen. Remedie: het tegendeel, bijvoorbeeld hen aanmoedigen.
12. De ziekte van een begrafenisgezicht. Remedie: humor, met zichzelf kunnen lachen.
13. De ziekte om op te stapelen (dat ziet men bij een verhuis). Remedie: “lichte cavalerie” worden.
14. De ziekte van gesloten kringen. Remedie: kiezen voor harmonie in het hele corps.
15. En de laatste ziekte: die van werelds voordeel. Remedie: macht omvormen tot dienstbaarheid.
Vert. Maranatha-gemeenschap
Bron: zenit.org
Publicatiedatum: 22 december 2014
Laatst bewerkt: 24 december 2014