(kerknet.be) - Johannes Paulus II laat veertien encyclieken na
Mystiek geloof en felle daadkracht
Peter Vande Vyvere
De politieke opstelling, de symbolische daden, de ethische overtuigingen en de kerkpolitieke beslissingen van Johannes Paulus II waren gemotiveerd door zijn geloof. In zijn veertien encyclieken wordt duidelijk hoe hij dat geloof begreep. Een overzicht.
Uit de encyclieken van Johannes Paulus II rijst het beeld op van een mystiek bevlogen auteur die zijn sterke overtuiging consequent en op alle fronten in de praktijk bracht. Het theologische denken van Karol Wojtyla rustte op de grote traditie van de bijbelse overlevering, de kerkvaders, de grote theologen van de Middeleeuwen en de moderne tijd en niet het minst op ‘felle’ mystici als Johannes van het Kruis en Teresa van Avila.
Zijn kerkbeeld is sterk sacramenteel georiënteerd: in de zichtbare kerk openbaart God zich in werkdadige tekens. Dat verklaart zijn onwrikbaarheid in het behoud van de klassieke ambtsvorm, zijn nadrukkelijke aandacht voor de sacramenten van Eucharistie en verzoening en zijn verlangen naar volledige eenheid met de orthodoxe kerken die een verwante sacramentele kerkopvatting huldigen.
Een sterke katholieke identiteit, gekoppeld aan een diep geloof dat God reëel met deze wereld is begaan, blijkt ook uit zijn morele en filosofische positie. Een ethiek die de scheppende God veronachtzaamt en een naar waarheid zoekende rede die niet met de openbaring dialogeert, tollen volgens hem doelloos in het rond en vallen ten prooi aan subjectivisme en relativisme.
Die sterke identiteitsbeleving leidt tegelijk tot een opvallende sociale bewogenheid. Als de kerk een daadwerkelijk teken is van Gods liefde voor de wereld, dan moet ze ook een profetische stem voor gerechtigheid en vrede laten klinken.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979)
In zijn eerste encycliek, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979) (4 maart 1979) – de verlosser van de mens –, vijf maanden na zijn verkiezing geschreven, schetst de Paus de belangrijkste pijlers van zijn pontificaat: de inspanning om alle mensen tot Christus te trekken, de oecumene, de noodzaak om de morele dimensie van de vooruitgang te verstevigen en de verdediging van de mensenrechten.
Die uitdagingen waar de kerk voor staat bij de overgang naar het nieuwe millennium – de Paus refereerde daar toen al aan – benadert hij vanuit één grondovertuiging: ,,De verlosser van de mens, Jezus Christus, is het centrum van het universum en van de geschiedenis.’’ Hier klinkt al een oproep tot solidariteit, met name een meer directe herverdeling van de rijkdom. Maar, merkt de auteur op, de noodzakelijke transformatie van economische structuren moet gepaard gaan met een waarachtige bekering van geest, wil en hart. Hij legt sterk de klemtoon op respect voor de mensenrechten en schenkt speciale aandacht aan gewetensvrijheid en religieuze vrijheid.
Eeuwig leven, beloofd door de Vader in Jezus Christus, ,,is de uiteindelijke vervulling van de roeping van de mens’’, schrijft de Paus. Meewerken met de genade die Christus voor ons heeft gewonnen, kunnen we door ten volle gebruik te maken van de vrijheid die de Schepper ons heeft gegeven. ,,En Christus leert ons dat de beste toepassing van vrijheid de liefde is, die concreet vorm krijgt in zelfgave en dienstbaarheid.’’
Hij pleit voor een goede overdracht van de goddelijke waarheid en roept daarom de theologen op nauw samen te werken met het kerkelijk leergezag.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980)
De encycliek – H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980) - ‘Rijk aan barmhartigheid’ – handelt over de goddelijke genade. De Paus noemt zijn brief van 30 november 1980 ,,een innige oproep vanwege de kerk tot barmhartigheid, waar de mensheid en de moderne wereld zo’n behoefte aan hebben’’. Wat is barmhartigheid? ,,De manier waarop en de sfeer waarin de liefde zich openbaart, noemen we in bijbelse taal barmhartigheid.’’ In Jezus is Gods erbarmen vlees en bloed geworden. ,,Door de incarnatie te worden van liefde die speciaal is gericht op mensen die lijden, ongeluk hebben en zondigen, brengt Christus de Vader aanwezig en openbaart hij Hem voller dan ooit.’’ Het gaat, in het Oude Testament al, om een genade die krachtiger is dan strenge gerechtigheid.
De belangrijkste leidraad voor de Pauselijke meditatie over barmhartigheid is de parabel van de verloren zoon. Die parabel leert dat ,,de Goddelijke barmhartigheid goedheid weet te bevorderen te midden van de vele vormen van kwaad die de wereld en de mens bedreigen’’. Dat komt ultiem tot uiting in de zelfgave van de Zoon op het kruis. ,,In de gekruisigde Zoon geloven, betekent geloven dat de liefde in de wereld werkelijk bestaat en dat ze sterker is dan elke vorm van kwaad waarin individuen, de mensheid en de wereld zijn verwikkeld.’’
Rechtvaardigheid alleen volstaat niet en kan tot de ontkenning en afbraak van zichzelf leiden – de Paus verwijst hier naar de klassenrechtvaardigheid. ,,Ze heeft die diepere kracht van de liefde nodig, die in staat is het leven van de mens in al zijn dimensies vorm te geven.’’
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981)
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981) (14 september 1981) is de eerste sociale encycliek van de Poolse Paus. Hij zal er in tien jaar tijd drie schrijven.
,,De interpretatiesleutel tot de sociale leer van Johannes Paulus II is de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979) (1979),’’ schreef Johan Verstraeten in Tertio nr. 192. ,,Daarin werkt hij een theologische onderbouw uit: de kerk moet de mens en zijn waardigheid dienen en die waardigheid kun je maar ten volle begrijpen en realiseren in het perspectief van de verlossing in en door Christus.’’ Tal van nieuwe omstandigheden noodzaken een nieuwe kijk op de sociale inzet van de christen. Grootschalige werkloosheid in het Westen; de val van het communisme en de veralgemening van de vrije markteconomie; de verscherping van de ongelijkheid in een geglobaliseerde economie; de opkomst van de informatie- en telecommunicatietechnologie. Met concrete oplossingen of programma’s komt Johannes Paulus II niet op de proppen. Maar hij benadrukt hoe belangrijk het is dat christenen hun sociale inzet door hun geloof laten inspireren en ook echt een persoonlijk engagement opnemen.
In H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981) beschouwt hij werk als een fundamentele uitdrukking van het leven van de menselijke persoon en van zijn deelname aan het scheppingswerk.
De Paus analyseert het conflict tussen arbeid en kapitaal, waarbij hij duidelijk voorrang verleent aan de arbeid. Daarom pleit hij ook voor meer participatie in de ondernemingen. De arbeiders zijn niet alleen door hun werk mede-eigenaars in het grote werkveld waarin zij zich engageren, maar mede-eigenaarschap moet zich ook uiten in mede-eigendom, de deelname aan het beheer en het medeaandeelhouderschap.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dominum et vivificantem
Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld
(18 mei 1986)
Die encycliek van 18 mei 1986 vervolledigt de trilogie over de Drie-eenheid. De heilige Geest is "een Goddelijke persoon, die in het centrum van het christelijk geloof staat en de bron is van een dynamische vernieuwing van de kerk".
Eigenlijk is de zending van de Heilige Geest niet de eerste in haar soort, ze is veeleer een nieuw begin dat verwijst naar Gods verlossende zelfgave bij de schepping. Maar de zonde verduisterde die. Met Christus, die door die zonde aan het kruis terechtkwam en daar doorheen redding bracht, openbaart zich de heilige Geest. Vanaf Pinksteren blijft Hij bij de apostelen om bij de kerk en via de kerk in de wereld te blijven. De Geest is voor de Paus een kracht die tegen de zonde in werkt. Hij ligt aan de basis van het geweten en van het sacrament van de verzoening.
Onze cultuur biedt nog altijd verzet tegen die levengevende Geest: in het materialisme, in de wapenwedloop, in armoede en honger, in abortus en in euthanasie. Die realiteiten hoeven evenwel niet het laatste woord te hebben. Het gebed en het sacramentele leven grijpen vooruit op ‘de nieuwe komst’ van Christus in de kracht van de Geest. ,,De heilige Geest blijft de wachter van de hoop in het menselijk hart,’’ besluit hij.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Mater
Moeder van de Verlosser
(25 maart 1987)
Johannes Paulus’ mariale encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Mater
Moeder van de Verlosser
(25 maart 1987) (25 maart 1987) is een soort vervolgcatechese op zijn drie grote encyclieken over de Vader, de Zoon en de Geest. Het document is veel meer een theologisch onderricht dan een aansporing tot mariale devotie. Hij put daarbij allereerst uit bijbelse bron, maar laat zich ook inspireren door het achtste hoofdstuk van het conciliedocument 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964): ,,Alleen in het mysterie van Christus wordt het mysterie van Maria ten volle helder.’’ En door Maria te contempleren in het mysterie van Christus kun je ook ,,de kennis van het mysterie van de kerk verdiepen’’.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987)
Wat de Paus onder solidariteit verstond, werkte hij uit in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987) (30 december 1987). De sociale mechanismen die de ontwikkeling belemmeren, interpreteert hij daar theologisch als ‘zondige structuren’ die de mens door een radicaal engagement voor solidariteit kan overwinnen. Solidariteit omvat drie dimensies: de feitelijke wederzijdse afhankelijkheid op wereldschaal, het ethisch antwoord daarop – ,,Wij zijn allen verantwoordelijk voor allen’’ – en die de specifiek christelijke solidariteit van mensen die getuigen van de menselijke waardigheid en bereid zijn daarvoor desnoods hun leven te geven.
In diezelfde encycliek aarzelt Johannes Paulus II niet te stellen dat de voorkeursoptie voor de armen een engagement is waarvan heel de traditie van de kerk getuigt. Dat illustreert dat hij helemaal niet zo’n tegenstander van de bevrijdingstheologie was als soms werd beweerd.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990)
Is missie nog actueel? Moet je het niet bij interreligieuze dialoog laten? Zijn respect voor het geweten en de vrijheid van de ander verzoenbaar met bekering? Het antwoord van de Paus in H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990) (7 december 1990) luidt overtuigd: het heil kan alleen van Jezus Christus komen. Neen, hem verkondigen is geen inbreuk op de vrijheid, want geloof in hem vergt een vrije instemming. Meer nog: echte bevrijding bestaat in het open komen voor de liefde van Christus.
Het Rijk Gods kun je trouwens niet los denken van de persoon van Christus.
De Paus onderscheidt drie soorten missie: die bij volkeren die Christus niet kennen; die van vurige christelijke gemeenschappen naar hun omgeving en de nieuwe evangelisatie van gemeenschappen van gedoopten die het levende geloof kwijt zijn. Voor al die vormen geldt dat de getuigenis de belangrijkste gestalte van de evangelisatie is.
De Paus vraagt aandacht voor nieuwe sociale fenomenen als de vlucht naar de steden, migratie, nieuwe armoede en voor nieuwe culturele verschijnselen als de massacommunicatie, de inzet voor de vrede, de ontwikkeling en bevrijding van volkeren, mensenrechten, de emancipatie van vrouwen en kinderen en de ecologische gevoeligheid.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Centesimus Annus
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(1 mei 1991)
In H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Centesimus Annus
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(1 mei 1991) van 1 mei 1991 sprak de Paus voor het eerst zeer positieve taal over de vrije markt en over de winst als graadmeter voor het goed functioneren van ondernemingen. Maar, zo merkte Johan Verstraeten in het bovenvermelde Tertio-artikel op, hij voegde er wel kritische opmerkingen aan toe. Ten eerste is de markt alleen efficiënt voor wie koopkracht heeft, en bovendien kan niet alles op de markt worden verhandeld. Ten tweede zijn er noden die op grond van rechtvaardigheid en niet door marktmechanismen moeten worden gelenigd. Ten derde heeft de markt uit zichzelf geen criteria om een onderscheid te maken tussen authentieke en niet-authentieke behoeften. Ten vierde moet je de visie op de markt inpassen in een ethiek van de eigendom die vertrekt van de universele bestemming van de goederen: eigendom van productiemiddelen – zoals aandelenbezit – is alleen geoorloofd als het leidt tot de schepping van ‘nuttige arbeid’. Je mag geen winst maken ten koste van arbeid.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993)
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993) (6 augustus 1993) gaat in op de kerkelijke leer over de grondslagen van de moraal. De encycliek heeft vooral tot doel actuele twijfels en bezwaren daartegen te weerleggen.
De vraag ‘Hoe kan ik het goede doen?’ is niet in de eerste plaats een vraag naar regeltjes, maar een vraag naar werkelijk zinvol leven, stelt de Paus. Als de mens de evangelische moraal kan vatten, dan is dat omdat die alleen maar de uitdrukking is van de natuurwet, die sinds de schepping in het hart van de mens is ingeschreven en die iedereen goed en kwaad leert kennen. ,,Christus helpt de mens de ware vrijheid te ontdekken die haar volheid bereikt in de liefde.’’
Onder de kop Stem je niet op de wereld van vandaag af behandelt de Paus vervolgens onomwonden enkele actuele dwalingen over morele principes. In de eerste plaats zet hij zich af tegen het uiteenhalen van vrijheid en waarheid. ,,De vrijheid weet zich verplicht aan de waarheid, die ze kent dankzij de natuurwet. De natuurwet richt de mens naar het doel dat hem eigen is.’’ Anders verval je in relativisme en subjectivisme.
Vervolgens: het geweten is niet zomaar een creatieve wilsdaad vanuit een soort persoonlijke verantwoording tegenover God. ,,Het geweten is niet zozeer creatief, maar is een getuige van de natuurwet.’’
De Paus zet zich ook sterk af tegen het uiteenhalen van de bouwstenen van de morele act: de intentie, de handeling zelf en de omstandigheden en gevolgen. Hij benadrukt dat de moraliteit van de daad vooral van de handeling zelf afhangt. Daarom kun je een in zichzelf slechte daad nooit goedpraten.
De encycliek heeft van begin tot einde een ferme toon. De Paus ontkent niet dat het psychologisch moeilijk is de wet te onderhouden en dat veel pedagogische vaardigheid nodig is om de zwakken niet te ontmoedigen. Hij benadrukt ook dat er vergeving mogelijk is voor wie zijn fout erkent. Maar het is wel nodig de wet te blijven voorhouden: ,,Je mag psychologie en moraaltheologie niet verwarren.’’
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995)
De verdediging van het leven is onmiskenbaar een van de krachtlijnen van het pontificaat van Johannes Paulus II. Ondanks de roep, ook binnen de kerk, om meer begrip, kantte hij zich onverzettelijk tegen abortus en euthanasie. ,,Twee misdaden die geen enkele menselijke wet kan goedpraten,’’ schrijft hij in zijn encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995)e (25 maart 1995) die precies over de onaantastbare waarde van het leven handelt, van het allereerste begin tot het einde. Laksheid in die materie noemt hij zonder aarzelen het gevolg van ,,een cultuur van de dood’’, van ,,een oorlog van de sterken tegen de zwakken’’. In dezelfde encycliek blijft hij ook kunstmatige contraceptie streng – voor velen al te ongenuanceerd – veroordelen.
Op hoeveel tegenstand Johannes Paulus II in zijn radicale strijd voor een ,,cultuur van het leven’’ ook stuitte, een gebrek aan consequentie kon je hem niet aanwrijven. Het is zijn persoonlijke verdienste dat de doodstraf in het katholieke ethische denken nog amper verdedigbaar is. ,,Straffen mogen niet zo extreem zijn dat ze tot de executie van de misdadiger leiden, behalve in gevallen van absolute noodzaak. Die gevallen zijn zeer zeldzaam, zoniet praktisch onbestaand,’’ klinkt het in Evangelium Vitae.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995)
In H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) van 25 mei 1995 reflecteert Johannes Paulus II over de oecumene. Hij doet dat tien jaar na de kleine encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Slavorum Apostoli
Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden
(2 juni 1985) (2 juni 1985), die ook een oecumenische betekenis had. Daarin riep hij naar aanleiding van de elfhonderdste verjaardag van het missioneringswerk van de apostelen Cyrillus en Methodius, beide missionarissen uit tot patroons van Europa. Zo plaatst hij hen op hetzelfde niveau als de westerse monnikenvader Benedictus.
In H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) geeft Johannes Paulus II aan dat de weg naar de eenheid het verst is gevorderd met de orthodoxe kerken, vanwege eenzelfde visie op de sacramentele structuur van de kerk. Ook met de protestantse kerken zijn belangrijke stappen gedaan. Maar, zo luidt de eindbalans: we kunnen niet tevreden zijn voor een volledige en zichtbare eenheid is bereikt in geloofsbelijdenis, sacramenten en kerkelijk ambt. De Paus definieert het Petrusambt, dat de bisschop van Rome bekleedt, als een dienst aan die eenheid. En – dat is opmerkelijk – hij nodigt kerkleiders en theologen uit hem te helpen zoeken hoe dat ambt het best kan worden uitgeoefend in het licht van de recente oecumenische ontwikkelingen.
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Fides et Ratio
Over de verhouding van Geloof en Rede
(14 september 1998)
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Fides et Ratio
Over de verhouding van Geloof en Rede
(14 september 1998) (14 september 1998) is een fundamentele reflectie over de verhouding tussen geloof en rede, tussen filosofie en theologie. De kernboodschap van het document luidt: een rede die zich losmaakt van het geloof, leidt tot niets, maar wanneer beide vermogens samengaan, is kennis van de waarheid mogelijk.
De encycliek vormt een kritiek op filosofieën die zich van de theologie en haar bron –
de Openbaring – afkeren en soms zelfs elke principiële openheid op waarheid ontkennen. Fides et ratio geeft daarentegen blijk van een groot vertrouwen in de kenkracht van de rede, wanneer die zich met het geloof verbindt en zo een bredere zinhorizon ontsluit.
De Paus denkt de relatie tussen rede en geloof als een cirkel: ,,De bron en het beginpunt van de theologie moet altijd het Woord van God zijn dat in de geschiedenis is geopenbaard, terwijl het einddoel het begrip van dat Woord moet zijn dat met iedere generatie toeneemt.’’ Dat is voor de auteur een tegengif tegen ‘de wanhoop’ die onze cultuur bedreigt.
Houdt zo’n visie niet een beknotting in van de vrijheid van rede en filosofie? Het antwoord van de Paus luidt resoluut: ,,Waarheid en vrijheid gaan ofwel hand in hand ofwel gaan ze samen in ellende ten onder.’’
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003)
De kerk leeft van de Eucharistie. Dat is de kernintuïtie van de laatste encycliek van Johannes-Paulus II, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003) (17 april 2003). De Eucharistie brengt het paasmysterie van Christus geconcentreerd aanwezig en realiseert een mysterievolle gelijktijdigheid tussen het sterven en verrijzen van de Heer en zijn kerk. Daardoor is een werkelijke wederzijdse inwoning van Christus in de gelovigen en van de gelovigen in Christus mogelijk. Elk kerkelijk handelen vindt daar haar bron en het hoogtepunt waarnaar dat handelen streeft.
Eerst beschouwt de Paus de Eucharistie als mysterie van geloof. Dan handelt hij over de Eucharistie die de kerk opbouwt. De net vermelde wederzijdse inwoning – een verdieping en voltooiing van wat in het doopsel gebeurt – bewerkt de ‘inlijving’ van de vierenden in het lichaam van Christus en sticht zo eenheid. Die eenheid is nauw verbonden met de zending van de kerk om ‘sacrament’ voor heel de mensheid te zijn.
Na een beschouwing over het apostolische karakter van de Eucharistie en – daarom – de noodzaak van het gewijde ambt, bespreekt de auteur de gemeenschapsdimensie van de Eucharistie. De Eucharistie schept gemeenschap, voedt ertoe op, maar veronderstelt ze ook. Terwijl de Paus zijn verlangen naar de ene Eucharistie voor de verschillende kerken uitspreekt, wijst hij erop dat de concelebratie van de kerken vooralsnog veeleer een hindernis dan een hulp is voor het bereiken van de volle gemeenschap.
De brief wijst ook op de gevaren van onaanvaardbare vormen van creativiteit. De Eucharistie is van niemand het privé-bezit, noch van de celebrant noch van de gemeente. Zij is toevertrouwd aan de hele kerk en dient daarom conform de officiële liturgische normen te worden gevierd.
Publicatiedatum: 1 oktober 2005
Laatst bewerkt: 31 januari 2022