Tijdens de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Jaar van het Geloof - hoe God in onze tijd ter sprake brengen?
7e catechese in de reeks n.a.v. het Jaar van het Geloof - Aula Paulus VI
(28 november 2012) sprak de Paus over de geloofsverkondiging.
Vandaag stellen wij ons de vraag: hoe spreken wij over God in onze tijd? Het eerste antwoord daarop is: wij kunnen over God spreken, omdat Hij met ons heeft gesproken. De eerste voorwaarde om over God te kunnen spreken is dan ook aandachtig luisteren naar wat Hij zelf te zeggen heeft. God heeft tot ons gesproken! Hij is dus geen verre hypothese over de oorsprong van de wereld, Hij is geen mathematische intelligentie heel ver bij ons vandaan. God interesseert zich voor ons, Hij houdt van ons, Hij is persoonlijk binnengetreden in de werkelijkheid van onze geschiedenis en is mens geworden.
Daarom is God een realiteit: Hij heeft tijd voor ons en houdt zich met ons bezig. In Jezus van Nazareth ontmoeten wij het gelaat van God. Hij is afgedaald uit zijn Hemel om zich onder te dompelen in de wereld van de mensen, om ons de weg naar het geluk te wijzen, om ons van de zonde te bevrijden en tot kinderen Gods te maken (Ef. 1, 5)(Rom. 8, 14).
Als we over God willen spreken, moeten we een heldere voorstelling hebben van wat wij willen overbrengen aan de mensen van onze tijd: geen abstracte God, geen hypothese, maar een concrete God, een God die bestaat, die binnentrad in de geschiedenis en bij ons is; de God van Jezus Christus als antwoord op de fundamentele vraag naar het waarom en het hoe van het leven.
Om over God te kunnen spreken moeten wij vertrouwd zijn met Jezus en zijn Evangelie; moeten wij God kennen, enthousiast zijn voor zijn heilsplan en Gods methode willen navolgen. Dat is de methode van de deemoed, zoals die zich realiseerde in de menswording. Het is de methode van de gelijkenis van het mosterdzaadje. Als wij over God spreken, moeten we eenvoudige woorden vinden om de kern van de christelijke verkondiging uit te drukken: Het 'Goede Nieuws' van een God die reëel en concreet is, een God die om ons geeft, een God die Liefde is en dichtbij ons is in Jezus Christus tot en met het kruis en die ons door zijn verrijzenis hoop schenkt en het perspectief opent op een leven zonder einde, het eeuwige en ware leven.
De apostel Paulus, de uitzonderlijke geloofsverkondiger, leert ons om met grote eenvoud in te gaan op het kernprobleem van ons geloof: hoe over God spreken? In de eerste Korintiërsbrief zegt hij: Toen ik u het getuigenis van God kwam verkondigen, deed ik dat niet met vertoon van welsprekendheid of geleerdheid. Ik had mij voorgenomen u geen enkele wetenschap te brengen dan die van Jezus Christus en zijn kruis (1 Kor. 2, 1 - 2).
De eerste realiteit is, dat Paulus spreekt over een werkelijkheid van zijn leven, over God die binnenkwam in zijn leven, een werkelijke levende God die met hem sprak en met ons spreekt. Paulus spreekt over de gekruisigde en verrezen Christus. De tweede realiteit is dat Paulus niet zichzelf zoekt, maar dat hij Christus verkondigt en mensen wil winnen voor de ware en werkelijke God. Paulus heeft slechts één wens: hij wil de gekruisigde en verrezen Christus verkondigen, die hij ontmoet heeft op weg naar Damascus.
Dus over God spreken wil zeggen, ruimte maken voor Hem die ons zijn gelaat van liefde openbaart; wil zeggen, afzien van ons eigen ik en het aan Christus aanbieden. Het spreken over God ontstaat altijd uit luisteren, uit een leven van gebed en uit het leven in overeenstemming met de geboden.
Het gezin is ook een bevoorrechte plaats om over God te spreken. De ouders zijn de eersten om het geloof aan hun kinderen over te dragen en hen op te voeden in dat geloof 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 11. Zij zijn geroepen als verantwoordelijke opvoeders om de gewetens van de kleinen te openen voor Gods liefde. Het doorgeven van het geloof dient steeds een vreugdevolle ondertoon te hebben. Belangrijk is dat alle gezinsleden begrijpen dat het geloof geen last is, maar bron van diepe vreugde.
Spreken over God wil dus zeggen door woord en daad doen begrijpen, dat God de ware waarborg is van de grootsheid van de menselijke persoon. En zo keren wij terug naar het begin: over God spreken is krachtig en eenvoudig, door woord en daad verkondigen wat wezenlijk is: de God van Jezus Christus, de God die ons zijn liefde heeft getoond, die zo groot is dat Hij mens werd en voor ons is gestorven en verrezen.
Deze God vraagt ons om Hem na te volgen en ons te laten veranderen door zijn onmetelijke liefde om zo ons leven en onze relaties te hernieuwen; deze God heeft ons de Kerk gegeven om door Woord en Sacramenten heel de stad der mensen te hernieuwen opdat zij Stad van God kan worden.
Samenvatting: Sef Adams
Bron: Katholiek Nieuwsblad
Publicatiedatum: 30 november 2012
Laatst bewerkt: 31 augustus 2013