Een verslag door Kris Clauw en Vic Mortelmans, van een lezing van Mgr. Léonard voor het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen, d.d. 20 december:
De belangrijkste taak van een bisschop, de profetische, bestaat uit het verkondigen van Jezus, de kern van ons geloof. Het is nooit evident om te geloven en de huidige secularisering maakt het minder evident dan ooit. De aartsbischop wil alle gelegenheden aangrijpen om – als voormalig professor filosofie – het geloof te verkondigen in dialoog met de filosofie en de wetenschap. Zonder aandacht voor het belang van de menselijke rede heeft een dialoog, zeker met atheïsten, humanisten en aanhangers van een ander geloof, geen zin.
De achtergrond van deze dialoog, de basis van het spreken en ondernemen van de aartsbisschop zijn de drie unieke kenmerken van Christus: Hij is gelijk aan God, gestorven in de grootste Godsverlatenheid en herbevestigd als Messias door Zijn Verrijzenis.
Nooit eerder, en ook niet achteraf, verklaarde ooit iemand gelijk te zijn aan God. Toen (en ook nu) was dit eigenlijk ‘onaanvaardbaar’ om zoiets te beweren. Het probleem was niet zozeer dat Jezus zich als Messias voorstelde. De Messias werd verwacht. Dat Hij zich echter ook boven de Thora en gelijk aan God stelde heeft Hem de doodstraf opgeleverd. Jezus stelt zichzelf, verwijzend naar Psalm 118 (Ps. 118, 22), als hoeksteen voor het christendom en stelt zo ook hoge eisen aan zijn eigen apostelen.
De grote paradox blijft dan ook hoe deze Zoon van God is kunnen sterven verlaten door de mensen en door God zelf. Jezus krijgt geen antwoord meer op zijn smeekbede om deze kelk aan hem voorbij te laten gaan. De Messias en de lijdende dienaar van God vallen samen Vgl. Jes. 53 . God vernedert zichzelf! Het volk van Israël had dit nooit durven denken. Voor Joden was Hij een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid.
De Evangelies zijn geschreven in het licht van het geloof in de Verrijzenis. Maar door Zijn Zoon te laten Verrijzen, in de loop van de geschiedenis en niet op het einde der tijden, bevestigt God nogmaals dat Jezus de Messias is. Nooit heeft God dit eerder gedaan. Zelfs zijn eenzame, smartelijke dood kan zijn Goddelijkheid niet verdringen. God heeft Hem, die wij hebben onteerd, verheerlijkt. Dit was dan ook de basis van de eerste prediking van de Kerk.
Elke bisschop is natuurlijk ook priester en moet in die hoedanigheid de Sacramenten uitdelen. De belangrijkste prioriteit van de aartsbisschop hierin is aandacht voor een verzorgde liturgie in zijn bisdom en het hele land. Hij voelt soms schaamte als hij de viering van de liturgie bij ons vergelijkt met die in andere landen. Hij vraagt terug aandacht voor de dubbele draagwijdte van de liturgie. Zij moet tot het hart en verstand van de mensen spreken, en tegelijkertijd God waardig zijn. De priester moet dicht bij de mensen staan, een warme taal spreken en tegelijkertijd de mensen aantrekken tot het Mysterie, de transcendentie en heerlijkheid van God. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in de liturgische houding: zitten, staan, knielen hebben elk hun eigen betekenis. De mens is lichaam en ziel en moet dus beide gebruiken tijdens het vieren van de liturgie. Daarnaast moeten we ook de goedgekeurde Eucharistische Gebeden gebruiken en niet proberen er zelf op te stellen. De aartsbisschop wil in wat hij noemt ‘het algemeen welzijn van de liturgie’ vooruitgang bekomen in ons land, niet door disciplinaire maatregelen maar door een gezonde smaak te promoten.
Monseigneur Leonard besluit met een woord van hoop. De drie unieke kenmerken van Jezus zijn een onuitputtelijke bron van hoop voor ons allemaal. Als Jezus God en mens is, dan maakt de menselijkheid deel uit van God. Dat geeft ons het recht om te hopen op een positieve uitslag van de geschiedenis van de mens. “Als God met ons is, wie kan dan tegen ons zijn?” (Rom. 8, 31).
Bron: catholica.nl
Publicatiedatum: 5 januari 2011
Laatst bewerkt: 12 januari 2011