Paus Pius XII - 10 april 1958
De definitie van de menselijk persoonlijkheid van psychologisch en moreel standpunt | |
Persoonlijkheid | |
Eenheid | |
Zedelijk en godsdienstige aspecten | |
Enkele andere punten | |
De zedelijke verplichtingen van de psycholoog ten aanzien van de menselijke persoonlijkheid | |
Het belang van de wetenschap en de importantie van de psychologie | |
De toestemming van de proefpersoon | |
Heldhaftig altruïsme | |
Het algemeen belang en de bemoeienis van de openbare instanties | |
De fundamentele moraalbeginselen met betrekking tot de menselijke persoonlijkheid in de psychologie | |
In zichzelf onzedelijke handelingen | |
Degene die handelingen verricht er geen recht toe heeft | |
Handelingen zijn immoreel wegens het gevaar, waaraan zij zonder voldoende motief blootstellen | |
Fundamentele normen zijn bindend | |
Besluit |