H. Paus Johannes Paulus II - 11 januari 1993
Wat dit betreft ben ik blij, dat ik de vele en belangrijke initiatieven die u in de afgelopen vijf jaar hebt genomen kan vermelden. Vanzelfsprekend is het niet mogelijk om op alles uitgebreid in te gaan. Om slechts de voornaamste te noemen, kunnen wij niet vergeten hoe u in de afgelopen periode, samen met de Belgische bisschoppen, de Nederlandse uitgave van het Getijdengebed hebt goedgekeurd, welke vervolgens in zijn geheel is voltooid en gepubliceerd met dit bezoek Ad Limina in het vooruitzicht. De liturgie van de getijden zal voor priesters en leken een onuitputtelijke voedingsbron zijn van het christelijke leven, opdat “heel de loop van dag en nacht door de lofprijzing van God wordt geheiligd” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 84.
Verder hebt u een aantal documenten gepubliceerd die de verschillende praktische aspecten van het leven van de kerk in uw land behandelen, zoals het onderwijs, de parochies, de kerkelijke financiën, de liturgische muziek, de charitieve organisaties en andere onderwerpen.
Voor uw kerkelijke gemeenschappen hebt u enkele zeer waardevolle ‘bisschoppelijke brieven’ geschreven: over de charismatische vernieuwing; over vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping; over het Willibrordjaar; over de bescherming van het leven en over het ouder worden.
Uw brief Samen zondag vieren doet mij denken aan de statistieken die u mij dienaangaande hebt toegezonden. Het is te begrijpen, dat de daling van het zondagse kerkbezoek voor u een bron van zorg is. In meer of mindere mate doet dit verschijnsel zich ook voor in de andere landen van Europa. Terecht kan men zich afvragen of op dit terrein een nauwere samenwerking tussen de herders van het continent niet zou kunnen leiden tot doeltreffender oplossingen, opdat de wekelijkse viering van de Dag des Heren weer opnieuw de nodige aandacht in het christelijke leven verkrijgt.
De viering van de Eucharistie is tevens een gelegenheid bij uitstek voor catechese. Daarnaast is het natuurlijk noodzakelijk ook de mogelijkheden die andere vormen van vieringen bieden te benutten om de inhoud van het geloof te verklaren, om de band van de gelovigen met hun Kerk te versterken en om getuigenis af te leggen van het eigen geloof tegenover diegenen die nog niet geloven. Hierbij denk ik in het bijzonder aan de uitvaartliturgie, waarin de priester de mogelijkheid heeft om de aanwezigen inzicht te verschaffen in de christelijke leer over de liefde en het gezin; voorts kan een goede liturgie bij gelegenheid van een doopsel, door handelingen en de woorden van de priester, alle aanwezigen brengen tot een bezinning op het eigen doopsel en de consequenties die eruit voortvloeien.