H. Paus Paulus VI - 8 december 1974
Inderdaad 'in deze ene en enige Kerk van God zijn reeds vanaf de eerste tijden bepaalde scheuringen ontstaan, die de Apostel krachtig afkeurt en veroordeelt'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 3 Toen later de bekende scheuringen er kwamen die men niet meer kon genezen, heeft de Kerk deze crasis van innerlijke verdeeldheid overwonnen door als noodzakelijke voorwaarde voor gemeenschap, heldere en duidelijke beginselen te stellen; juist die waren nodig om haar eenheid ongeschonden te vrijwaren en om haar de gelegenheid te geven 'in de belijdenis van het éne geloof, in de gemeenschappelijke viering van de eredienst en in de broederlijke eensgezindheid van de familie Gods' 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 2 die eenheid tot uitdrukking te brengen.