H. Paus Paulus VI - 8 december 1974
Omdat de Kerk het Lichaam is van Christus en Christus op zijn beurt 'de Verlosser van zijn Lichaam' (Ef. 5,23), moeten allen, om waardige ledematen te zijn van dit Lichaam, trouw aan hun verplichtingen als Christenen, elk het hunne bijdragen opdat Christus' Lichaam die oorspronkelijke aard van een gemeenschap van verzoende mensen blijft behouden, wat zij juist meekrijgt van de Christus, onze Vrede Vgl. Ef. 2,14 , 'die bewerkt dat wij verzoend zijn'. H. Hieronymus, In Ephesios. 1, 2: PL 26, 504 Want verzoening gelijkt hier op de genade en het leven: eenmaal ontvangen, is zij een kracht die in beweging zet. Wie haar ontvangen maakt ze ook zelf tot vredestichters en bemiddelaars van vrede. Het sprekende bewijs dat een Christen werkelijk midden in de Kerk en in de wereld staat is dit: "Begin met de vrede bij uzelf, opdat gij anderen de vrede brengt, wanneer gij die zelf bezit". H. Ambrosius van Milaan, Expositio Evangelii secundum Lucam. 5, 58: PL 15, 1737